Onderwijs & opvoeding

Experts onderwijsrecht op de bres voor refoscholen

Reformatorische scholen moeten kunnen blijven uitdragen dat een homoseksuele relatie in strijd is met de Bijbel. Daarvoor pleiten twee experts op het gebied van onderwijsrecht. Prof. Paul Zoontjens: „Geef orthodoxe christenen ademruimte.”

13 November 2020 11:35Gewijzigd op 16 November 2020 20:58
Reformatorische scholen liggen onder vuur vanwege hun standpunt over homoseksualiteit. Foto: de reformatorische Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem. beeld RD, Anton Dommerholt
Reformatorische scholen liggen onder vuur vanwege hun standpunt over homoseksualiteit. Foto: de reformatorische Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem. beeld RD, Anton Dommerholt

Met verbazing volgde prof. dr. Renée van Schoonhoven afgelopen dagen het debat over identiteitsverklaringen van reformatorische scholen. „Het ging van dik hout zaagt men planken. Iedere nuance was zoek”, zegt de hoogleraar onderwijsrecht aan de VU in Amsterdam. Het stoort Van Schoonhoven („ik ben zelf niet gelovig”) dat de reformatorische kring in veel media „heel onrechtvaardig” wordt bejegend. „Alsof mensen uit die gemeenschap achterlijk zijn en Middeleeuwse denkbeelden koesteren over man-vrouwverhoudingen. Terwijl ik denk: meedoen in zo’n gemeenschap brengt niet alleen nadelen met zich mee. Er zal ook geluk, liefde en vertrouwen in elkaar te vinden zijn.”

Op grond van artikel 23 van de Grondwet over onderwijsvrijheid staan reformatorische scholen nog altijd „volledig in hun recht” om uit te dragen dat een seksuele relatie volgens de Bijbel alleen bedoeld is voor een huwelijk tussen man en vrouw, benadrukt Van Schoonhoven. Artikel 1 van de Grondwet (over gelijke behandeling) en de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) hoeven daarbij de scholen niet in de weg te staan, zegt ze. „Grondrechten zijn gelijkwaardig aan elkaar. Hoewel de meeste politici meer waarde lijken toe te kennen aan artikel 1 over gelijkheid, is juridisch gezien artikel 23 daaraan niet ondergeschikt.”

Stevig gesprek

Van belang is, schetst ze, dat de AWGB een uitzonderingsbepaling kent die onder meer reformatorische scholen ruimte biedt opvattingen uit te dragen die de meerderheid van de samenleving niet deelt.

Als scholen zich willen beroepen op die uitzonderingsbepaling moeten ze visies over bijvoorbeeld het huwelijk wel „consistent en consequent” uitdragen, geeft de onderwijsrechtexpert aan. „Dus is het best logisch dat reformatorische scholen bij aanmelding van leerlingen een stevig gesprek voeren met ouders om te achterhalen of die de levensbeschouwing van de school onderschrijven dan wel respecteren. De school wil immers haar identiteit bewaren. Je zou inderdaad kunnen betogen dat scholen juist voldoen aan hun wettelijke verplichtingen door ouders te vragen een identiteitsverklaring te ondertekenen.”

Reformatorische scholen dienen zich bij het uitdragen van hun opvattingen, al dan niet via identiteitsverklaringen, bewust te zijn van „juridische marges.” „Stel dat een school uitdraagt: „Zodra uw kind homoseksuele neigingen vertoont, is hij niet meer welkom op school.” Zo’n uiting kan niet. De wet verbiedt dat.”

Ruimte

Politiek Den Haag kan niet zomaar het reformatorisch onderwijs de mond snoeren, waarschuwt Van Schoonhoven. Zelfs als artikel 23 van de Grondwet én de uitzonderingsbepaling in de AWGB sneuvelen, moet de overheid ruimte blijven bieden aan ouders die hun kinderen onderwijs willen laten volgen op basis van hun godsdienstige principes. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens schrijft namelijk duidelijk voor dat overheden „actief moeten meewerken” aan onderwijs dat ouders in lijn met hun levenbeschouwelijke visie achten, zegt ze.

Een mogelijkheid is dat de overheid reformatorische scholen niet langer subsidieert. Ouders kunnen hun kinderen dan naar particuliere scholen sturen. Wel blijven ook die scholen onder toezicht van de inspectie. Zo’n constructie geldt op dit moment voor enkele scholen. In de periode 2002-2013 hanteerden zogeheten Iederwijs-scholen die constructie.

Van Schoonhoven heeft bedenkingen bij een constructie waarbij refoscholen niet langer uit de overheidsruif eten. „Houd die scholen in het reguliere onderwijsbestel. Laten we zuinig zijn op de vrijheid van onderwijs. Geef ruimte aan zo veel mogelijk smaken.”

Fatsoenlijk

Ook prof. mr. Paul Zoontjens, tot vorig jaar hoogleraar onderwijsrecht aan de Tilburgse universiteit, vindt dat reformatorische scholen moeten kunnen blijven uitdragen dat een seksuele relatie volgens de Bijbel alleen toegestaan is binnen een huwelijk tussen man en vrouw. Hoezeer hij zelf ook „aanstoot” neemt aan die opvatting. „Ik plaats wel een „maar”. Die reformatorische opvatting mag niet te dominant worden in de samenleving. Maar daar is nu geen sprake van. Reformatorischen vormen een kleine, fatsoenlijke minderheid. Ze leveren een goede bijdrage aan deze maatschappij, scholen eindigen hoog in de scorelijstjes. Ik zou het jammer vinden als refoscholen het onderspit delven en worden opgedoekt.”

Op dit moment hebben reformatorische scholen nog de juridische ruimte om hun opvattingen rond homoseksualiteit uit te dragen, betoogt Zoontjens. Al ziet hij die ruimte „steeds kleiner” worden. „Mensen accepteren steeds minder het uitgangspunt ”je mag het wel zijn, maar niet doen”. In de reacties op het Kamerdebat over de identiteitsverklaringen is het sentiment behoorlijk anti-refo-onderwijs.”

Eindeloze discussies

In de optiek van Zoontjens doen refoscholen er goed aan af te zien van identiteitsverklaringen. „Vermijd elke zichtbaarheid op dit punt. Ja, ik redeneer nogal rooms. Vastgelegde verklaringen, ook nog eens te vinden op internet, zorgen voor eindeloze discussies. Refoscholen moeten praktisch te werk gaan. Voer een grondig intakegesprek met ouders. Als die de levensovertuiging van een school niet zien zitten, haken ze af. Mensen hóeven niet naar een refoschool te gaan.”

Trump

Of hij zich kan voorstellen dat orthodoxe christenen zich steeds meer een vreemde in eigen land voelen nu hen kennelijk steeds vaker de mond wordt gesnoerd? „Dat begrijp ik heel goed. Christenen op de biblebelt in Amerika hebben de indruk dat ze geen ademruimte meer krijgen. Daardoor zijn ze vaak geradicaliseerd en worden ze de trouwste aanhangers van Trump. Een man die zegt voor hen op te komen, maar ook iemand die de democratie in gevaar brengt. Die kant moeten we in Nederland niet op. Zorg dat refo’s in dit land ademruimte houden. Waarbij scholen niet bevorderen dat homo’s worden geminacht. Die indruk heb ik ook niet. Jonge homo’s die op een refoschool zaten en deze week in de media hun verhaal deden, maakten op mij niet de indruk zwaar beschadigde mensen te zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer