Kerkelijk Leven 18 augustus 2000

Dorpsplein Neeritter toont gebed: Wijs ons den weg en zegen ons

Eenmaal 's jaars een bedevaartje

Door S. C. Bax
NEERITTER –Twee kapelletjes verwelkomen de bezoeker in het vrijwel volslagen rooms-katholieke Neeritter. Links van de doorgaande weg torent de oude kerk van de parochie van de heilige Lambertus. Rechts bevindt zich de Harmoniezaal St. Lucia, annex cafézaal. Midden in het dorp, aan de rand van het driehoekige Frankische dorpsplein, staat een Christusbeeld met daaronder de tekst: „Wijs ons den weg en zegen ons.”

Een oma komt met haar kleinkind langs bij het tweede kapelletje. „Natuurlijk ben ik katholiek.” Bidt ze wel eens bij dit kapelletje? Ze schrikt van de vraag. „Neen, nooit, maar ik woon een dorp verderop.” En in haar dorp dan? Ze haalt de schouders op. „Bidden doe ik eigenlijk niet, later misschien. Kennelijk aangesproken door de vraag, steekt ze de weg over en kijkt een poosje met haar kleinzoon in het kapelletje.

In Neeritter is het ”sacrament van boete en verzoening”, ook de biecht genoemd –na afspraak– nog in ere. Op zondag en vooral op zaterdagavond gaan de parochianen verder ter kerke voor de eucharistieviering. Alle avonden is er óf een eucharistieviering óf een rozenkransgebed. De tijden variëren, maar dat komt omdat de pastoor ook het naastgelegen Ittervoort moet bedienen.

De pastorie is ouderwets groot. Er woont nu ook een vluchtelingengezin uit Bosnië in. De eenvoudig ingerichte kamer van de pastoor telt toch al gauw acht afbeeldingen van Christus, flink wat kaarsjes –echte en een elektrische–, een boekenplank met onder meer ”Bekering” van Malcom Muggeridge, het gebedenboek van Toon Hermans en de biografie van de huidige paus. Naar Maria zoekt een bezoeker tevergeefs. Meneer pastoor serveert zelf koffie en snijdt gebak aan. Engelbewaarder
Eten, een soort tafeltjedekje, doen we met een aantal andere geestelijken en een oude dame in het bejaardentehuis van het nabijgelegen Thorn, het beroemde witte stadje. Tot zichtbaar genoegen van de zwartgeklede eters somt de dame haar goede werken en die van haar overleden man op. Sinds een jaar of vijf dient pastoor J. M. P. M. Mols de Margaritaparochie in Ittervoort en die van Lambertus in Neeritter. Er zit weer wat opleving in de parochie. Zo hebben ouders van kinderen het kinderkoor weer leven ingeblazen. „Na de eerste communie, als ze zeven zijn, valt er een gat. Het koor vangt dat op”, zegt de pastoor.

„Maar na de confirmatie, op hun twaalfde, valt het ook weer niet mee hen te laten zien dat het geloof iets moois is. Op enkele woensdagmiddagen komt wat jeugd bij elkaar, in een kamer van de pastorie. Ik ben er wel bij, maar hoef niets te organiseren.” Ook het mannenkoor maakte een frisse herstart. „Wat is een uitvaart, dienst of andere samenkomst nu zonder zang?” De pastoor ziet de herstart als een van de wonderen van Ittervoort. Latijn wordt alleen nog in bijzondere gevallen gebruikt, meestal op verzoek. Dan zingt de pastoor wel eens een ouderwets Pater Noster, een Onze Vader.

Dezelfde gezichten
De 1200 inwoners van Neeritter zijn op een enkele uitzondering na rooms-katholiek. Op zaterdagavond komen er krap 150 ter kerke. Zondags zijn dat er minder. „De rest laat verstek gaan. Ik zie altijd dezelfde gezichten”, verzucht een vrouw die uit haar bejaardenwoning vlak bij de kerk stapt. Ze vindt het een fijn dorp, waar de kerk nog centraal staat. „Ik ga niet dagelijks, maar wel elke week een keer en het doet me wat.” Wat dan de inhoud daarvan is, kan ze niet uitleggen. „Gewoon fijn”, zegt ze. „Jammer is het dat hoofdzakelijk de ouderen komen.”

Naast de Harmoniezaal is Harry Coolen aan het werk. Hij metselt van oude stenen een authentieke voorgevel in een huis dat eerder gemoderniseerd werd. Harry zat in het kerkbestuur, twee perioden van acht jaar, verhuisde toen naar Thorn, maar is weer terug in zijn dorp. „Neeritter heeft iets rustigs, de kerk geeft sfeer en er is hier nog respect voor de Heer.” Hij betreurt het dat de jeugd en veel ouderen nauwelijks ter kerke komen. „Het gaat te goed met ons, velen hebben God pas nodig als ze het moeilijk krijgen.” De kerk geeft hem houvast, zegt hij. Komt hij straks weer in het kerkbestuur als hij weer hier woont? Hij zwijgt even. „Dat kan hier niet meer. En ik wil het ook niet.” Hij vervolgt: „Ik ben inmiddels gescheiden. Als kerkbestuurder heb je een voorbeeldfunctie, snap je?”

Uitgeschreven
Léon van Kessel, strohoed op het hoofd, staat voor zijn prachtig gerestaureerde woonboerderij, slechts gescheiden van de pastorie door de oude dorpspomp. Léon verkoopt curiosa en is ook een beetje de plaatselijke VVV-bediende, hij verkoopt kaarten en brochures. De gemoedelijke Limburger heeft zich uit het kerkregister laten uitschrijven. „Mensen gaan vaak voor elkaar naar de kerk, vooral als ze niet meer in zichzelf geloven. Ze worden er gedoopt, gaan er ter communie, trouwen en worden er begraven. Ze ontlenen er hun status aan en gebruiken hun gezond verstand niet”, licht hij zijn stap toe.

Overigens wordt hij op zijn uittreden niet scheef aangekeken, vindt hij. „Bovendien ben ik toch een beetje een buitenstaander.” Journalist van een protestantse krant? „Dan moet u meekomen en naar mijn hobby kijken. Op de deel liggen in een kast Christusbeelden. „Heel bijzondere. 24-delig zijn ze.” Hij legt de vinger bij de bijna onzichtbare naden van de beelden, die kunstenaars rond 1860 voor de beroemde Maastrichtse plateelbakkerij Regout maakten. „De een heeft het hoofd rechtop, de andere hangend. De een heeft een doornenkroon, de ander niet.” En passant meldt Léon dat hij ook een unieke verzameling wijwaterbakjes heeft.

Kerkgebouw
Pastoor Mols vertelt dat er eenmaal 's jaar een bedevaartje, in Ittervoort overgaande in een processie, is naar Maria onder de linde. „Dan staan de kapelletjes open.” Het kapelletje vlak bij de kerk, „genoemd naar de heilige Jozef”, was ooit privé-eigendom, maar is door de familie onlangs aan de kerk geschonken.

De begraafplaats rond het kerkje, dat uit het jaar 1000 stamt, ligt er uiterst verzorgd bij. „We ruimen na vijftig jaar, of later als de familie dat wil.” De nauwelijks gebruikte– urnenmuur is de pastoor een doorn in het oog. „Over cremeren, abortus en euthanasie zullen we wel eender denken.”

Het romaanse kerkje heeft door diverse verbouwingen gotische trekken gekregen. Twee bakjes met water bij de altijd openstaande deuren duiden op het doopwater. Een groot aantal schilderijen vormt de kruiswegstatie. Het lectionarium ligt open bij Matthéüs 15. „Dat is van na het concilie. Wij laten nu de mensen meer eten van de tafel van het Woord.”

Achter in de kerk bevindt zich een fresco van Christoffel met het Kindje die de rivier doorwaadt. Hij is de patroon van de reizigers. Boven Neeritter komen twee wandelroutes samen tot één op weg naar de Spaanse bedevaartsplaats Santiago de Compostella. Bij Christoffel kunnen ze langsgaan en om bescherming vragen. „Dat gebeurt nog steeds en pas was er een vrouw met een rugzak die naar Jeruzalem ging lopen.”

In de kerk staat een prachtig bewerkte preekstoel, met de afbeelding van de vier apostelen. Gebruikt pastoor Mols de preekstoel? „Neen, de mensen willen niet meer dat er gesproken wordt vanuit de hoogte.”

In deze zomerserie bezoeken we plaatsen waar de kerk kleur geeft aan het dorpsleven. Vandaag deel 8.

Vorige afleveringen:
Erpelland met bourgondische inslag - 15 augustus 2000

Scheuren in gereformeerd bolwerk - 11 augustus 2000

De trouwe kerkgangers van Bru - 8 augustus 2000

Heerlijk kerken in Kerkwerve - 1 augustus 2000

Een vermaning tussen de sloten - 28 juli 2000

„Nederlands gereformeerd Langerak leeft niet meer in isolement” - 18 juli 2000

De zuivere waarheid van Flipland - 11 juli 2000