Kerkelijk Leven 11 juli 2000

„Met de beleving staat het er overal armpjes bij”

De zuivere waarheid van Flipland

Door J. van 't Hul
SINT PHILIPSLAND – Boven op de zeedijk van Sint Philipsland staat ”'t Wachtje”. Binnen zit een oude baas uit te kijken over het dorp. „Dit is 't praathuis”, zegt hij. En dan, met een brede grijns: „Sommigen noemen het ook wel 't lasterhuis”. Hoe Flipland er kerkelijk uitziet? „Dat is gauw gezegd.” Wijzend met zijn stok over de daken van het dorp: „Links het torentje van de oud gereformeerde gemeente, middenin het net iets hogere torentje van de hervormde kerk, rechts het dak van de gereformeerde gemeente. Ik behoor bij de laatste”, zegt hij, „maar de oud gereformeerden zijn meer in getal. Dat geeft ook niks; Fliplanders zijn gemoedelijke mensen. Hoewel, over en weer lopen we nog niet zo gauw bij elkaar naar binnen. Dat is wel jammer.”

Links van ”'t Wachtje” kijkt korenmolen De Hoop –een achtkantige bovenkruier uit 1724– uit over de Krabbenkreek, in de richting van wat heet ”Zuudwest”. Rechts ervan trotseert een nieuw kunstwerk, een echtpaar in brons, weer, wind en water. Ze hebben het dorp in de rug.

Aan de Voorstraat ligt het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente. Aan de Achterstraat hebben de oud gereformeerden hun bedehuis. Iets dieper het dorp in staat de achtkantige zaalkerk van de hervormde gemeente. In de kerktuin herinnert een gedenksteen aan de slachtoffers van de stormvloedramp van 1 februari 1953. Scherp staan negen namen van omgekomen Fliplanders in de harde steen gehakt. „Opdat wij niet vergeten”, zegt de tekst.

Oefenaar Van Dijke
Sint Philipsland telt zo'n 2400 inwoners. Ongeveer 800 van hen behoren tot de oud gereformeerde gemeente. Ouderling H. van Westen (76) typeert zijn gemeente als een echt ledeboeriaanse gemeente. „Het waren de in Benthuizen afgezette ds. Ledeboer en de landbouwer/oefenaar Pieter van Dijke die in 1837 besloten om op de wenken des Heeren te letten en in een schuur aan de Voorstraat diensten gingen beleggen. In de hervormde kerk kreeg men in die dagen stenen voor brood. Ze hebben Van Dijkes oefeningen te vuur en te zwaard bestreden. Veel werd ondernomen om de oefenaar het preken te beletten. Het is een wonder uit de hemel dat ons gemeentetje er tot op de dag van vandaag nog is.”

Sint Philipsland is Sint Philipsland echter niet meer, zegt L. Walpot. Hij kan het weten. Ruim 24 jaar was hij gemeenteraadslid en wethouder. „Een dorp verschiet door de jaren heen wel eens van kleur. Het dorp is ontsloten. Vroeger was er maar één manier om het dorp binnen te komen. Nu zijn er drie invalswegen.”

G. Verwijs, geboren en getogen Fliplander, heeft altijd tot de oud gereformeerde gemeente behoord: „Dat van kleur verschieten is begonnen na de watersnoodramp van 1953.”

Stad Mensziel
Als je wilt weten wat Flipland voor dorp is, zegt ouderling Van Westen in zijn huisje aan de Prins Hendrikstraat, dan moet je maar denken aan Stad Mensziel, uit het boek van Bunyan. Van Sint Philipsland valt, evenmin als van Stad Mensziel, niets goeds te vertellen. Het is een wonder van Gods genade dat hier de waarheid nog zuiver gehoord mag worden. Maar met de beleving ervan staat het er armpjes bij.”

Wanneer de waarheid zuiver is? „Lees Bernardus Smytegelt daar maar op na: „Waar God op het hoogst verhoogd wordt, waar de zondaar op het diepst vernederd wordt, waar de zondaar op z'n bondigst vertroost wordt en waar zo'n zondaar aangezet wordt tot de innigste godsvrucht.” Nou, dat is het. Als zó'n zondaar ergens kan kerken, dan weet je dat daar de zuivere waarheid nog te vinden is. Ds. W. C. Lamain zou zeggen: „De zuivere waarheid is daar waar de snaartjes worden aangeraakt.” Als God een mens bekeert, krijgt zo iemand voelhorens voor deze dingen. Dan weten ze haarscherp: Dit is het wel en dat is het niet.”

Het ledental van oud gereformeerd Flipland ondergaat de laatste jaren een kleine groei. De kerkenraad bestaat uit één ouderling en drie diakenen. Daarnaast zijn er nog drie kerkmeesters. De kerkmeester is hier een oud gebruik, zegt Van Westen. „Kerkmeesters bekleden geen ambt, maar beheren de stoffelijke dingen van de gemeente. Daar zijn we bijzonder mee verblijd, want het is voor de kerkenraad een hele verlichting.”

Moedeloos
Van Westen ziet vooral uit naar vermeerdering van het aantal ouderlingen. Vorig jaar werd op een ledenvergadering een van de diakenen tot ouderling gekozen. Op diezelfde avond werd een beroep uitgebracht op de eerwaarde heer G. Gerritsen. Maar de diaken bleek na twee weken geen vrijmoedigheid te hebben om zijn verkiezing te aanvaarden. Een paar dagen later kwam het bericht dat de heer Gerritsen naar Hardinxveld-Giessendam ging. „Diep moedeloos was ik ervan”, zegt Van Westen. „Ik had er een beetje hoop op gehad. Maar het ging niet door. Toen heeft de Heere echter tot m'n ziel gesproken: „Vreest niet, want Ik ben met u.” Maar ja, ik ben oud en het houdt voor ons een keer op. En dan daarbij, ik ben een man vol gebreken. Maar Hij geeft tot op de dag van vandaag de kracht om al het ambtelijke werk te mogen doen. Aan de Heere zijn we nog nooit tekortgekomen. En de gemeente blijft bewaard voor strubbelingen. Dat scheelt ook nogal.”

Zondags zijn er drie diensten. 's Ochtends en 's avonds leest Van Westen, 's middags lezen om de beurt de drie diakenen. Van Westen doet dan het 'grote gebed'. De catechismuspreken zijn op dit moment van Smytegelt. Van Westen leest daarnaast preken van Visscherus, Hellenbroek, Van der Groe, Floor, Verhoeks, Lamain, Fraanje of Boone. „We zijn daarin dus niet kerkistisch”, zegt de ouderling, „maar we beproeven wel graag de geesten, of ze uit God zijn of niet.”

School
De berijming van Petrus Datheen is in de oud gereformeerde gemeente van Sint Philipsland nog in ere. Nog nooit heeft iemand op een ledenvergadering geopperd om 1773 te gaan zingen. Op de reformatorische basisschool van het dorp staat het de kinderen vrij om Datheen te leren of de berijming van 1773.

In de consistoriekamer van de oud gereformeerde kerk hangen de portretten van de voorgangers: Van Dijke, Boone, Blaak, Van Leeuwen, Gebraad. In 1986 vertrok de laatste predikant, ds. A. van der Meer, naar Wekerom.

De kerkzaal is onlangs geheel gerenoveerd en biedt plaats aan 550 kerkgangers. Op de galerij staat een orgel van Leeflang. Aan de wand daartegenover staat de kansel. Wijzend naar het kanseltrapje, zegt ouderling Van Westen: „Daar onderaan, daar is het wel eens verschrikkelijk moeilijk. Maar boven mag het nog wel eens meevallen.”

Bij het verlaten van het dorp zegt een oude wandelaar: „Hier heb ik altijd gewoond. Ik ben altijd oud gereformeerd geweest. De gemeente groeit weer een beetje. Het ware te wensen dat er ook groei in de diepte was. Anders blijft alles maar aan de buitenkant steken. Ik heb hier ds. Joh. van der Poel en ds. Du Marchie van Voorthuysen nog horen preken. Dat waren echte godsgezanten. Dat gaan we missen in Nederland.”

In deze zomerserie bezoeken we plaatsen waar de kerk kleur geeft aan het dorpsleven. Vandaag deel 1