Kerkelijk Leven 15 augustus 2000

„In Hedel willen de mensen graag iets leren”

Erpelland met bourgondische inslag

Door M.M.C. van der Wind-Baauw
HEDEL – Ze is klein, maar werkt hard. Sinds 1997 staat ze gebukt met een mandje naast haar op de parkeerplaats aan de Kasteellaan. Precies voor de winkels. Het aardappelraapstertje typeert, net als de Gelderse knol voor het voormalige gemeentehuis, Hedel. Bekend van zijn paardenmarkt en „een echt erpelgebied.”

Volgens de verkoopster in de plaatselijke boekwinkel merk je zeer zeker dat er kerkmensen in Hedel wonen. „Aan de uiterlijkheden sowieso. De mensen kleden zich anders.” Bij de inkoop houdt ze er dan ook rekening mee. „Neem bijvoorbeeld de schoolartikelen. Je neemt ook wat in gedektere tinten en niet alleen de felle kleuren. Het is hier een dorp en je moet proberen de klanten ook in je dorp te houden.”

Vroeger stond hier een heel mooie knotwilg met zo'n warrige bovenkant, herinnert ze zich. De boom was voor haar een beeld van het dorp aan de Maas. De takken gingen grillig uit elkaar, in twee richtingen. De protestants gereformeerden naar de ene kant en de onkerkelijken en rooms-katholieken naar de andere kant. „Maar van onderen kwamen ze bij elkaar. Precies Hedel.”

Graspaap
Ooit –het was in juni 1566– hield Cornelis van Diest in Hedel een hagepreek. Het was de eerste in de noordelijke Nederlanden. Deze 'graspaap' uit Den Bosch kreeg voet aan de grond in de Bommelerwaard, omdat de toenmalige pastoor van Hedel de ”nije leer” was toegedaan. De Hervorming is toen redelijk snel doorgezet.

Nu is, volgens de hervormde ouderling A. A. van Driel, globaal gezien eenderde deel van Hedel protestant, eenderde rooms-katholiek en eenderde niet-kerkelijk. Het dorp, op 7 kilometer van Den Bosch, trekt door zijn gunstige ligging ten opzichte van Eindhoven en Utrecht forenzen aan. De bevolking is redelijk georiënteerd op Brabant. „Het is gemoedelijk hier. Als iemand zegt: We zijn er om acht uur, reken dan maar op kwart over acht.” Daarnaast heerst er een bourgondische mentaliteit in het dorp.

Ds. M. M. van Campen, de 41e predikant in de geschiedenis van de hervormde gemeente, kan dat beamen. „Ze zien hier in veel dingen een aanleiding voor het houden van een feestje. Regelmatig komen de barbecuegeuren je tegemoet.”

Hedel heeft een rooms-katholieke kerk van formaat. Het aantal bezoekers is echter minimaal. Er komen ongeveer dertig mensen. Daarnaast is er ook een gereformeerde gemeente in Nederland van zo'n zeventig tot tachtig mensen. Deze kerk, het voormalige hervormde verenigingsgebouw, staat bij wijze van spreken bij ds. Van Campen in de achtertuin. „Als ik 's zondags uit de kerk kom en met mijn gezin koffiedrink, hoor ik hen de laatste psalm zingen. Dat vind ik mooi.”

De hervormde gemeente telt op papier 1200 zielen. Daarvan komen er zo'n 350 in de kerk. Die zit dan ook vol. Het is echt een dorpskerk, aldus ds. Van Campen. Van de mensen die naar de kerk komen, woont zeker 90 procent ook in Hedel.

De invloed van de kerk op het dorpsleven wordt minder. Tot twee jaar geleden bijvoorbeeld draaide de kermis, rond de jaarlijkse paardenmarkt op de eerste maandag van november, niet op zondag. Nu is dat wel zo, al gebeurt het niet onder kerktijd. De roomse invloed lijkt groter. Is die eerste maandag namelijk op Allerheiligen, dan gaat de paardenmarkt niet door.

De drie kerkverbanden onderhouden officieel niet veel contacten. Met de gereformeerde gemeente in Nederland beperkt zich dat hoofdzakelijk tot intrede en afscheid. Met de rooms-katholieke kerk is er eigenlijk helemaal geen contact. Al moet ds. Van Campen daarbij wel aantekenen dat de laatste tien, twintig jaar het probleem van de gemengde huwelijken is gaan spelen. „Anderzijds voer ik naar aanleiding van rouwdiensten ook goede gesprekken met rooms-katholieke mensen.”

Prakticaal
Hedel is een grensgemeente. Om te beginnen geografisch. Het dorp aan de Maas met zijn 4500 inwoners ligt in Gelderland, maar onder de rook van Brabant. Ook kerkelijk ligt het dorp, aldus ds. Van Campen, op de rand. Hedel maakt met onder andere Gameren, Nederhemert, Zuilichem-Nieuwaal en Bruchem-Kerkwijk deel uit van een „behoudende” ring. Ga je verder naar het oosten dan tref je meer confessionele, vrijzinnige en overwegend rooms-katholieke gemeenten aan.

Hedel is voor de hervormde predikant daarnaast in nog een ander opzicht een 'grensgeval'. „Het is hier een GB-gemeente, daar gaat het niet om. En ik weet ook wel dat het roomse zuurdesem in ieders hart zit, maar wat leer en leven betreft zie ik hier een verschil met mijn vorige gemeente, Goudswaard. De geestelijke problemen zijn hier anders. Ik merk een roomse mentaliteit.” Ds. Van Campen hoort onderweg nog wel eens: „Ik ben altijd goed geweest en we geven aan de kerk.”

Dat 'doenerige' heeft voor hem echter ook een andere kant. „De mensen hier zijn harde werkers. Dat vertaalt zich naar de kerkelijke gemeente. Het bruist hier van activiteiten.” Er zijn dan ook een mannen-, vrouwen-, jongens-, meisjes- jeugd- en een zangvereniging. Jongelui draaien mee met Dabar en met het evangelisatiewerk in Bunde en onder moslimkinderen in Uden.

In de Alblasserwaard heeft men een meer bevindelijke inslag, vergelijkt de predikant. „Hier in Hedel zijn ze meer prakticaal. Heb je het over hoofd, hart en handen, dan komen de handen niet op de laatste plaats.”

„En weet je wat hier ook is?” schiet hem te binnen. „Bij een jubileum of als er iemand in het ziekenhuis ligt, gaan twee jongelui van de jeugdvereniging een bloemetje of een fruitbakje brengen. Dat doet erg goed.”

„Ook mooi”, zegt hij met een enthousiasme alsof hijzelf een geboren en getogen Hedelnaar is, „is dat hier verleden jaar een jongerenkring is gestart. De oudere jeugd komt één keer per maand in het winterseizoen op zondagavond bij een ambtsdrager thuis. Dan heb je ze onder je dak. Je kunt ze wat leiden en begeleiden en je hoort tegelijk waar de jeugd mee bezig is.”

Vrij gesloten
Over het geestelijke leven zijn de Hedelnaren vrij gesloten, heeft de predikant gemerkt. „Als ze het met twee woorden kunnen zeggen, zullen ze er geen drie gebruiken. Het is dan vaak wel gemeend. A‹ls ze wat zeggen, dan hoef je er ook niets af te doen.”

Onder de gemeenteleden is niet zo veel kennis, vindt de predikant. „Maar ze zijn bereid om wat te leren.” Dat waardeert ds. Van Campen positief. „Pas als het verstandelijk te begrijpen is, kan het ook naar het hart zinken.”

Meer dan vijftig gemeenteleden bezoeken inmiddels de bijbellezing. Ds. Van Campen stelde een voorbereidingskring in op de woensdagavond in de voorbereidingsweek. Daar behandelt hij het avondmaalsformulier. De eerste keer waren er ruim 45 belangstellenden. „Dan ben je dankbaar en verwonderd. Wat fijn dat mensen willen horen naar het bijbelse onderwijs op het tere punt van het heilig avondmaal.”

De vrucht op zijn werk is niet erg zichtbaar, stelt ds. Van Campen voor zichzelf vast. „Ze zeggen niet zo veel tegen je. Toch zou ik absoluut niet willen klagen. Je merkt een bepaalde honger, je hebt hier wel afnemers. Dat word je wel gewaar. En niet in het minst onder de jeugd. Voor een deel van de jongeren ben ik echt hoopvol.”

In deze zomerserie bezoeken we plaatsen waar de kerk kleur geeft aan het dorpsleven. Vandaag deel 7.

Vorige afleveringen:
Scheuren in gereformeerd bolwerk - 11 augustus 2000

De trouwe kerkgangers van Bru - 8 augustus 2000

Heerlijk kerken in Kerkwerve - 1 augustus 2000

Een vermaning tussen de sloten - 28 juli 2000

„Nederlands gereformeerd Langerak leeft niet meer in isolement” - 18 juli 2000

De zuivere waarheid van Flipland - 11 juli 2000