Kerkelijk Leven 18 juli 2000

„Nederlands gereformeerd Langerak leeft niet meer in isolement”

Een open kerk in Waal aan de Lek

Door J. M. D. de Heer
LANGERAK – Toen in de jaren dertig de ruilverkaveling kwam, veranderde het dorp. Voor Langerak ging de wijde wereld open. „Maar toen in 1935 ds. J. O. Mulder kwam, veranderde de kerk.” De 88-jarige A. van Middelkoop, lid van de Nederlands gereformeerde kerk te Langerak, herinnert zich dat nog goed. „We hoorden weer wat het verbond is. En de kerk stelde zich veel meer open voor buitenstaanders.”

Waal aan de Lek. Hij klinkt wel wat wonderlijk, de naam van het gehuchtje waar de Nederlands gereformeerde kerk van Langerak staat. Het gebouw staat onder aan de dijk, de betonnen klokkentoren steekt daar net bovenuit. Via de Lek voeren grote schepen grond aan voor de dijkversterking. Aan de andere kant van de waterkering staat een uitnodigend bord: ”Welkom in de Nederlands gereformeerde kerk”.

Hartelijkheid
De welkomstgroet typeert volgens ds. J. van Atten de inslag van zijn gemeente. „Er heerst hier een open sfeer.” Daar streeft de Nederlands gereformeerde predikant ook bewust naar. „Een christelijke gemeente moet iets van de hartelijkheid van de Heere Jezus uitstralen. Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend, schreef Paulus. Daarom ben ik blij dat jongeren nogal eens een onkerkelijke vriend mee naar de diensten nemen. Sommigen van hen leven nu actief mee, spreken vrijmoedig over de Heere God en zijn daarmee soms een voorbeeld voor de gemeente.”

Ds. Van Atten ruilde in 1994 Dalfsen voor Langerak in. „Het viel me direct op dat men hier veel opener is. In een gesprek kom je snel terzake.” Binnen het geheel van het kerkverband is Langerak een traditionele gemeente, schat de predikant in. Ze lijkt bijvoorbeeld weinig behoefte te hebben aan vrouwelijke diakenen. De orde van dienst volgt een traditioneel gereformeerd stramien, „hoewel we zo nu en dan ook wel een opwekkingslied zingen.” De tweede dienst op zondag wordt vrij goed bezocht, „hoewel ook wij niet helemaal ontsnappen aan de trend dat gemeenteleden de avonddienst verzuimen.” Randkerkelijken mag Langerak dan niet veel hebben, toch is dit wel een punt van aandacht. „Ook deze golf gaat niet aan ons voorbij.”

Actief
Langerak is een actieve gemeente. Er draaien acht bijbelkringen, drie gebedskringen en een aantal clubs en verenigingen. Mevrouw B. de Wind leidt een knutselclub voor jongeren vanaf groep 4 van de basisschool. „Het is een echte gezelligheidsclub, die begint met een kwartier zingen. We zingen uit allerlei liedbundels, ook vrij veel van Elly en Rikkert.”

Het doel van de club is de band in de gemeente te bevorderen. „In een streekgemeente als de onze gaan de kinderen allemaal naar hun eigen dorpsschool. Zonder clubs zien ze elkaar alleen op zondag.” Positief neveneffect is dat diverse kinderen onkerkelijke vriendjes naar de club meebrengen.

De kinderen van Anja Vel-Tromp zitten inmiddels op de jeugdvereniging. „Ik vind het belangrijk dat ze met andere jongeren nadenken hoe je voor je geloof kunt uitkomen. Maar soms sta je dan ook in de eigen kerk een beetje alleen. Jongeren van rond de vijftien jaar hebben de neiging om met de meute mee te gaan.”

Bijbelklas
Ook Gerald Ouwerkerk behoort tot de actieve gemeenteleden. Hij is voorzitter van de activiteitencommissie voor jongeren tussen 6 en 15 jaar. Een jeugdweekend, een kerstmaaltijd, een bowlingavond, het zit allemaal in het pakket om jongeren bij de kerk te betrekken.

Tamelijk nieuw is de zogeheten bijbelklas. Als de dominee preekt, komen kinderen uit de groepen 1 tot 4 bij elkaar om te zingen, een bijbelverhaal te horen en te kleuren. Een kindernevendienst dus? „Zo noemen we het niet. De eerlijkheid gebied te zeggen dat dat bij ouderen wat moeilijk ligt.”

Gerald is bedrijfsleider bij Van der Vlist woninginrichting in Nieuwpoort. „Ik merk hier geen cultuur dat mensen wel of niet bij je kopen omdat jij Nederlands gereformeerd bent. Je klantenkring bouw je eerder op doordat je mensen persoonlijk kent.” Echt fout zou het gaan als Van der Vlist op zondag zijn deuren opende. „Daar zijn de mensen wel scherp op.”

Ouwerkerk voelt zich in de eerste plaats verkoper, „maar als een gesprek dieper gaat, is dat natuurlijk positief. Dan laat ik niet na om ook over het geloof te praten.”

Vrijmaking en vrijraking
Langerak schreef een heel eigen geschiedenis. De kerkelijke gemeente gaat terug tot 1835, toen de Afscheiding in de Alblasserwaard haar sporen trok. In maart 1945 kwam Langerak in zijn geheel buiten het verband van de Gereformeerde Kerken te staan. Een neef van prof. K. Schilder was beroepen in Noordeloos, maar werd niet toegelaten tot de classis. En dat kon Langerak niet verkroppen.

Een kwarteeuw later, in het proces van de vrijraking, wisselde het overgrote deel van de dorpsgemeente opnieuw van kerkverband en volgde ds. H. Amelink, die sinds 1947 de gemeente diende. De gemeente groeide gestaag tot 660 leden en doopleden nu, op de 1786 inwoners die het dorpje aan de Lek telt. Tweederde van de leden woont in Langerak en zijn buurdorp Nieuwpoort, de overigen komen uit het gebied tussen Bergambacht, Lopik en Ameide.

Dat de eenheid binnen de gemeente bewaard bleef, is volgens Van Middelkoop vooral te danken aan de prediking. „Want wíj houden de mensen niet bij elkaar.” Met veel waardering kijkt het hoogbejaarde gemeentelid terug op ds. J. O. Mulder. „Ze zeiden: Da's een verbondsmannetje. Maar vóór die tijd hoorden we bijna nooit over het verbond. Er zat geen verband in de preken. Het ging over allemaal losse teksten.”

Na de Vrijmaking kwam er een ander euvel, zegt het gemeentelid. „Toen werd er veel meer over de kerk gesproken dan over Christus. Als je maar bij de kerk hoorde, werd je zalig.”

In zijn prediking en op catechisatie benadrukt ds. Van Atten „de zegen van het verbond. Ik leg minder nadruk op onze zondigheid en de bekering, wat je in andere kerken in deze streek meer zult aantreffen. Ik preek dat we door Jezus Christus gered zijn, meer de vreugde in Christus en het leven door de Geest. Voor mij overstraalt dit onze zondigheid.”

Wortels
Ds. Van Atten is blij dat er zo veel jongeren in zijn gemeente zijn. „Toch heb ik ook wel mijn twijfels of ze zich bewust zijn van de wortels van de Nederlands Gereformeerde Kerken. Zoals in alle kerken, zijn jongeren daar niet zo gevoelig voor.”

Ook Van Middelkoop vraagt zich af of de jeugd de eigen identiteit nog kent. „Welke dat is? Ik zou zo zeggen: Sinds de Afscheiding van 1834 zijn we wat het wezen betreft hetzelfde gebleven.” Toch, laat hij erop volgen, als je met de jeugd doorpraat –ik mag ze graag ontvangen– sta je ook versteld wat ze weten. 't Valt toch wel mee.”

In deze zomerserie bezoeken we plaatsen waar de kerk kleur geeft aan het dorpsleven. Vandaag deel 2

Vorige aflevering:
De zuivere waarheid van Flipland