Kerkelijk Leven 11 augustus 2000

Drs. Weessies: Het is jammer om de neergang te zien

Scheuren in gereformeerd bolwerk

Door K. van der Zwaag
RINSUMAGEEST – Een dorp zonder winkels. Het maakt, ondanks de rustieke omgeving –een dorpsvaart met prachtige bruggetjes– een kale en lege indruk. De twee kerken die het Friese dorpje Rinsumageest heeft, mogen er zijn: een grote gereformeerde en een eeuwenoude hervormde kerk. Rinsumageest wás een typisch gereformeerd dorpje. Nagenoeg het gehele dorp ging aan het eind van de negentiende eeuw over naar de Doleantie. Inmiddels heeft ook het Samen-op-Wegproces de nodige verandering gebracht.

Dat het dorpje massaal gereformeerd werd, was in die zin merkwaardig omdat de hervormde kerk er tamelijk behoudend was. Confessionele predikanten zoals Kingma en Kromsigt verkondigden het Woord. Het gereformeerde leven bloeide volop, zoals bleek uit de druk bezochte knapen- en jongelingsverenigingen. Desondanks vond men de hervormde kerk „te licht.” De meer bevindelijken in het dorp zochten hun heil bij enkele christelijke gereformeerde of hervormde gemeenten in de omgeving.

Het bloeiende kerkelijk leven van weleer is nu verdwenen. Het dorpje kent ook geen winkels meer. Een geheel andere tijd dan de periode waarin er nog vier bakkers waren, twee hervormde en twee gereformeerde, die ook nog hun eigen klanten hadden. De grenzen waren hermetisch voor elkaar gesloten. Nu zijn de kerken samen op weg en zijn de gevoelige sociale verschillen verleden tijd.

Omschakeling
Drs. G. J. Weessies is de enige predikant van het dorp. Hij is gereformeerd. De hervormde predikant is enkele jaren geleden vertrokken. Diens monumentale pastorie wordt gerestaureerd. ”Restauratie van de pastorie” staat vermeld op een groot bord, maar de pastorie wordt een 'gewone' woning.

Ds. Weessies preekt beurtelings in de hervormde en gereformeerde kerk. Er zijn 540 gereformeerden en 350 hervormden. De gereformeerden blijven dus in de meerderheid. Hun kerk telt 400 zitplaatsen, maar 's morgens zijn er niet meer dan 150 bezoek(st)ers, 's middags 80. De banken zijn uit de kerk gesloopt en de galerijen worden niet meer gebruikt. En dat vergeleken met een tijd waarin er naar een plaatsje gezocht moest worden!

Gaat het de predikant niet ter harte dat het gereformeerde karakter van het dorp langzamerhand is verdwenen? „Het is inderdaad jammer om de neergang te zien”, erkent hij. „Niemand wil werken in een bedrijf dat steeds minder wordt. Dat het geloof mensen minder zegt, doet me pijn. De uitdaging van de kerk is nu om de sfeer goed te houden en het hoofd niet te laten hangen of zondebokken te zoeken. We proberen kansen te zoeken en dat vergt een omschakeling. Het heeft geen zin om in heimwee naar ons het verleden te kijken.”

De oudere kerkleden zeggen dat de ontwikkelingen „over ons heen zijn gekomen”, zo weet ds. Weessies. „We hadden geen weerwoord. De ouderen moeten ook zelf zeggen dat hun kleinkinderen samenwonen. Toch kun je niet zeggen dat God uit Rinsumageest is verdwenen, zoals in het boek ”Hoe God verdween uit Jorwerd”. Er is meer geloof dan je denkt, al loopt de kerkgang terug. Maar een recente afsluiting van het jeugdwerk trok wel meer publiek dan normaal. Het geloof is minder dogmatisch geworden. Ook voor de ouderen zijn de dingen anders geworden. Het wegvallen van een strak keurslijf hebben velen als bevrijdend gevoeld. Ze voelen dat ze zelf vrijheid en verantwoordelijkheid hebben om beslissingen te nemen. Vroeger werd er erg dogmatisch gepreekt. Nu wordt de levenservaring van mensen meer betrokken op de Bijbel.”

Niet beklemmend
A. Prins is een oude dorpsbewoner van ”De Geast”, de Friese uitdrukking voor Rinsumageest. Vier keer zat hij in de kerkenraad van de gereformeerde kerk. „Ik ben zeer gereformeerd en calvinistisch opgevoed, maar ik ben er toch wel iets van teruggekomen. Je werd verplicht om naar de kerk te gaan, als er feestdagen waren wel vijf keer, en ook naar de eigen gereformeerde school, maar nu is het meer eigen keuze. Ik ben algemener en oecumenischer geworden, wel christen, maar niet meer in dat hokje van het gereformeerde. Ook bij jongeren leeft het geloof wel, maar niet meer dat voorgeschotelde en beklemmende.”

Hij erkent wel dat er een vervlakking is ontstaan, zoals in het gebedsleven, het bijbellezen en de kerkgang. Wat hij vindt van prof. Den Heyer? Mevrouw Prins: „Dat kan mijn hoofd niet hebben.” Prins: „Ik ga er niet op in, ik bemoei me er niet mee. Dat mooie eenvoudige boerengeloof raak ik niet kwijt, maar ik ben bang dat mensen hierdoor wel meer gaan twijfelen.

Het Friese dorpje beleefde rijke geestelijke tijden, zoals in de tijd van landbouwer-oefenaar Thomas Sjolles Sinia. „Dat is historie”, zegt Prins. „Ik heb een hekel aan dat overdrevene. Ik ben liever een spontaan christen.”

De tijden veranderen en wij veranderen ook. „Maar de welvaart heeft niet veel goeds gebracht,” erkent Prins.

Nostalgie
C. H. Riemersma was een van de vier bakkers in het dorpje. Hij is inmiddels gepensioneerd. Twee keer zat hij als diaken in de kerkenraad. Hij woont aan de vaart midden in het dorp, vlak naast de gereformeerde kerk. De tijden dat hervormden en gereformeerden elkaar beconcurreerden, zijn voorbij. „Het is allemaal beter geworden, vriendelijker. Er is geen enkel verschil meer in de prediking.”

Mevrouw Riemersma kijkt met enige nostalgie naar het verleden. „De prediking is toch niet meer zoals vroeger. Het is allemaal wat lauwer. De boodschap lijkt minder duidelijk en minder krachtig. Maar laten we ook niet te veel een kloof scheppen. We hadden pas een praise-bijeenkomst. Vroeger zongen we uit Johannes de Heer, en ook toen hadden sommigen er bezwaar tegen. Mensen leven wel veel gemakkelijker. We hoeven ook niet meer naar de kerk te gaan. En er is zoveel te doen. We werken, sporten en trekken erop uit.”

Toch vinden de beide Riemersma's niet dat het gereformeerde leven vroeger zo streng was. „We hadden ook niet het gevoel dat we naar de kerk moesten. We gingen naar de vereniging omdat er verder weinig op het dorp te beleven was. Het was eigenlijk ook wel een uitje.”

Bij de eeuwenoude hervormde kerk is het stil. Vanaf de dertiende eeuw is het Woord er bediend. De crypte in de kerk uit de dertiende eeuw trekt jaarlijks vele bezoekers. „We hebben nog wel twee diensten. Dat zal de komende jaren nog wel het geval zijn. Dat zijn ze hier gewend”, zegt koster Haye van Minnen. De eerste dienst trekt 150 bezoekers, de tweede 70. Dezelfde verhoudingen dus als in de gereformeerde kerk. „Het kerkbezoek stopt vaak bij de leeftijd van 18 jaar. Dan haken ze af. Dan praat ik over de dorpsbewoners. Wat hier vanbuiten komt wonen, gaat vrijwel niet meer naar de kerk.”

In deze zomerserie bezoeken we plaatsen waar de kerk kleur geeft aan het dorpsleven. Vandaag deel 6.

Vorige afleveringen:
De trouwe kerkgangers van Bru - 8 augustus 2000

Heerlijk kerken in Kerkwerve - 1 augustus 2000

Een vermaning tussen de sloten - 28 juli 2000

„Nederlands gereformeerd Langerak leeft niet meer in isolement” - 18 juli 2000

De zuivere waarheid van Flipland - 11 juli 2000