Kerkelijk Leven 1 augustus 2000

„Vroeger moesten we naar Zierikzee met het gerij”

Heerlijk kerken in Kerkwerve

Door S. C. Bax
KERKWERVE – Het gerij (paard en wagen) om naar de christelijke gereformeerde kerk in Zierikzee te gaan, is niet meer. Vóór 1950 zag je soms een hele stoet paarden Kerkwerve verlaten. De stoet verdween, want het duizend inwoners tellende plaatsje heeft een eigen christelijke gereformeerde kerk. „De zwaarste van het eiland”, zegt de 83-jarige M. de Ruijter.

„Vroeger moesten we naar Zierikzee. Nu zijn er wel enkelen die nóg naar Zierikzee gaan. Maar er komen er ook wel van elders om bij ons te kerken”, zegt De Ruijter, een geboren en getogen christelijke gereformeerde Kerkwerver.

„Wonen en kerken in Kerkwerve? Dan begin ik met kerken. Héérlijk”, zegt de jonge ambachtelijke molenaar Teun van der Bok. Hij is mulder van de karakteristieke, bij voldoende wind nog steeds graanproducten malende molen in Zierikzee. Normaal is Teun tussen de middag thuis in Kerkwerve, maar als de wind gunstig is, blijft hij wel eens over in molen De Hoop aan de Nobelstraat.

Vanuit Kerkwerve heb je een weids uitzicht over Schouwen-Duiveland. De markante toren van Zierikzee lijkt met de hand te pakken. Tarwe wiegt in de wind. De zon koestert de aardappelplanten, waarvan er een flink aantal door ziekte lijkt te zijn aangetast. Bij veel boeren ligt een strook van een meter of tien met veelkleurige bloemen op het erf. Het blijkt financieel aantrekkelijk om op die manier aan een gevarieerde flora mee te werken. Het is voor fietsende vakantiegangers een leuk decor.

Voor en na
Af en toe duikt een minicamping op. Sommige boeren hebben het riet in de sloot –de echte Zeeuwen spreken over ”den dulve”– laten staan. In de verte draaien eigentijdse windmolens met trage slagen hun immense wieken rond. Hier en daar staan typisch Zeeuwse boerderijen. Maar vrijwel alleen de oude hervormde kerk aan de karakteristieke ring is van voor de watersnoodramp. Een huis draagt de naam ”Je me plais” (Ik voel me hier thuis). Het café tegenover de kerk is zondags open. Tijdens de oranjegekte was eetcafé Palm geheel in kleur.

De plaatselijke fietsenmaker is hervormd. Wat hij ervan merkt dat dit dorp nogal kerks is? Zijn antwoord is kort en duidelijk: „Niets”. Zelf blijkt de middenstander hervormd te zijn, maar naar de kerk gaan is er niet meer bij. Kopen mensen dan niet liever een fiets bij een geloofsgenoot? De fietsenmaker denkt van niet. En in de werkplaats praten over de preek of over de Bijbel? „Daar heb ik geen tijd voor. Maar op zondag houd ik winkel en werkplaats dicht.”

Evacuatie
De oude De Ruijter is geboren op de plek waar hij nu negentien jaar woont. Naast zijn huis staat de christelijke gereformeerde pastorie van ds. H. Korving. De gemeente telt krap driehonderd zielen. De Ruijter zag op een boerderij het levenslicht. „Hier”, wijst hij op de vloer van zijn huis, „...hier ben ik geboren”.

Omdat zijn oudste broer een boerendochter mét boerderij trouwde, kwam De Ruijter uiteindelijk op de ouderlijke boerderij. Maar de christelijke gereformeerde boer maakte in de oorlog wel een evacuatie mee en moest ook met de watersnood het eiland verlaten. Z'n vrouw leerde hij kennen tijdens de evacuatie in Woudenberg. Hij kerkte aanvankelijk hervormd, „maar moeder trok meer naar de gereformeerde gemeente van Scherpenzeel.”

Zonder al te veel weemoed denkt hij terug aan de tijd dat hij zondags met zijn ouders naar Zierikzee ter kerke toog. „Een prachtige rit, maar ja, je was het gewend hé!”

Hervormd
De hervormde kerk in het dorp telt weer meer kerkgangers dan de vijftig die er jarenlang op zondagochtend zaten. Er is een kandidaat verbonden aan de hervormde gemeente, voor bijstand in het pastoraat. De gemeente telt op papier bijna vierhonderd zielen en houdt alleen op zondagochtend dienst.

De Ruijter denkt dat er ook bij hervormden vroeger meer eerbied voor de zondag als rustdag was. „Precies snappen doe ik het niet, maar ik geloof dat een aantal mensen weer naar een Samen-op-Weggemeente gaat en daarmee de Hervormde Kerk hier passeert. Ik moet wel zeggen: Je ziet meer mensen dan vroeger naar de hervormde kerk gaan.”

Geestelijke gesprekken met hervormden voert De Ruijter nooit. Wel met leden van de Gereformeerde Gemeenten, waarmee hij een zekere herkenning heeft. „Als jonge knaap ging ik wel eens naar de gereformeerde gemeente. En ik kerkte ook met genoegen in de hervormde kerk in Sirjansland, bij ds. H. J. Boer. Je leert overal wat.” De Ruijter herinnert zich nog dat dominees van de Gereformeerde Gemeenten vroeger op zondag liepen of soms met het gerij kwamen.

Stempel
Sinds de bouw van een eigen christelijk gereformeerd kerkgebouw heeft deze kerk een stempel gezet op het dorp. De minicampings trekken ook nogal eens mensen aan die bewust deze kerk bezoeken.

Teun van den Bok komt van Ouddorp. Hij huwde een christelijke gereformeerde vrouw uit Kerkwerve. Beiden gingen jarenlang samen naar de gereformeerde gemeente van Nieuwerkerk. Hij kerkte er onder ds. M. J. van Gelder: „Een schriftverklaarder, die zei dat het luiheid is als een dominee z'n preek niet goed voorbereidt.”

Teun kan vertellen hoe de Heere hem heeft losgemaakt van die gemeenten en hoe hij met zijn vrouw weer naar Kerkwerve trok en christelijk gereformeerd werd. „Maar de verbondenheid is over diverse kerkmuren heen gebleven.”

Teuns karakter is van dien aard dat hij zelf wel een geestelijk gesprek begint. Er komt een klant in de molen die hem van een zeker ouderling de groeten laat doen. Onder in de molen ben ik getuige van de mededeling dat die ouderling het middel was voor iemand om vrijmoedigheid te krijgen aan het heilig avondmaal te gaan.

Troostelijke redenen
In Kerkwerve spreekt Teun gerust eigen kerkgangers of leden van de gereformeerde gemeente van Nieuwerkerk aan over de preek. „Ook als dorpsgenoten bij ds. A. Schultink in Bruinisse zijn wezen luisteren, vraag ik wel eens of ze ervoeren dat de Geest in de raderen was.”

De oud-diaken heeft houvast gehad aan de passage uit het bevestigingsformulier dat een diaken ook troostelijke redenen moet spreken. „In Kerkwerve is het goed, omdat de Heere goed is”, zegt de molenaar, met het meel nog in de haren. „Als de Heere er is, is het goed. Dan mag je ook Gods leiding ervaren. Dan vallen wij erbuiten en blijven er alleen uitgewerkte zondaren over. Ik kerk met zegen bij ds. Korving. Dan weet je gelijk waarom ik het wonen hier fijn vind. En waarom het kerken in Kerkwerve heerlijk is.”

In deze zomerserie bezoeken we plaatsen waar de kerk kleur geeft aan het dorpsleven. Vandaag deel 4.

Vorige afleveringen:
Een vermaning tussen de sloten - 28 juli 2000

„Nederlands gereformeerd Langerak leeft niet meer in isolement” - 18 juli 2000

De zuivere waarheid van Flipland - 11 juli 2000