Je zoon begraven is erg, hem moeten opgraven is ondragelijk
Je zoon begraven is erg. Hem hoogstpersoonlijk opgraven, moet ondragelijk zijn. Vader Harrib weet ervan, want eind vorig jaar werd het hem te verstaan gegeven: het lichaam van zijn zoon mocht niet in Libanese grond worden begraven.
Harrib (55), zijn vrouw Sossy (43) en hun drie kinderen waren zes jaar geleden uit Syrië gevlucht. De bombardementen rond hun huis werden hun te veel. Eenmaal in Libanon wisten ze: hier zit niemand op ons te wachten. Libanezen hebben immers zelf te lijden onder een ernstige economische crisis. Vrijwel niets functioneert er in het openbare leven, en aan alles is gebrek. Hoe dat eruitziet had ik op weg naar het Syrische gezin al gezien: hopen afval die niet meer worden opgehaald en waar kinderen op af zijn gestuurd om nog iets van waarde te zoeken.
Eenmaal aangekomen bij het gezin, luister ik naar Sossy; haar man is er psychisch zo slecht aan toe dat praten niet lukt. Ik hoor over dagelijks gebrek aan eten, en zie in de keuken dat er enkel nog ingeblikt voedsel wordt gegeten. Dan volgt het verhaal rond de dood van Vartan, hun 20-jarige gehandicapte zoon. Harrib moest zijn lichaam opgraven om het ergens anders te begraven. „Niet hier”, klonk het. Vader heeft daarop het lichaam eigenhandig opgegraven. En hij deed wat ze vroegen: zijn zoon ver buiten de stad opnieuw begraven. Toen dat alles was gedaan knapte er iets in hem.
Was er dan niemand die zich om hem bekommerde? Medewerkers van de Armeense Evangelische Kerken deden dat wel. De kerken runnen een hulploket waar iedereen welkom is om zijn nood te delen en hulp te vragen. De vele moeders, gezinnen en ouden van dagen die hier aankloppen laten zien in welk zwaar weer ze verkeren. Ook het Syrische gezin is aangewezen op dit loket. Zo wordt er gewerkt aan professionele hulp voor vader Harrib. Waarom we met de RD-actie zijn aanbeland in Beiroet? Omdat dit initiatief van de Armeense kerken steun verdient. Want door dit werk fonkelt er christelijke naastenliefde in de grimmige wereld van mensen als Sossy en Harrib.