Ds. W. Silfhout tijdens bidstond: Meer belangstelling voor Nieuwe Testament bij Joden
„Onder Joden is een toenemende belangstelling voor het Nieuwe Testament waar te nemen. Het is onze plicht voor het Joodse volk te bidden en hen bekend te maken met het evangelie van vrije genade.”
Dat zei ds. W. Silfhout woensdagavond tijdens een bidstond voor Israël in de hersteld hervormde kerk (Dorpskerk) van Loon op Zand. De bijeenkomst was georganiseerd door de Stichting Herleving Gebed voor Israël. De interkerkelijke stichting wil in het voetspoor van de puriteinen, de Nadere Reformatie en het Reveil gaan „in het geloof, de verwachting en het gebed voor Israël.” Zij belegt regelmatig gebedsbijeenkomsten door heel Nederland.
Tijdens deze bijeenkomst spraken de plaatselijke predikant, ds. G. T. van Appeldoorn, en ds. Silfhout, emeritus-predikant van de Gereformeerde Gemeenten, uit Veenendaal. Ds. Silfhout had als uitgangspunt Romeinen 11:28: „Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden om der Vaderen wil.” Hij sprak zowel over de ”vijanden” als over de ”beminden”. „God is gekomen tot de Zijnen, maar ze hebben Hem niet aangenomen. Ze hadden andere gedachten van de Messias en dat hebben ze tot de dag van vandaag. Hun vijandschap tegen Christus tonen ze nog steeds. Ze hebben hem niet nodig.” De predikant wees erop dat de Joden tegelijkertijd Gods beminden zijn. „De Heere blijft getrouw. Israël is Gods volk, het oude Bondsvolk. Hij heeft dat volk verkoren en kan er niet vanaf.”
Geheel Israël zal zalig worden als de volheid van de heidenen is ingegaan, stelde ds. Silfhout. „Wie dat precies zijn en wanneer dat is, moeten we aan de Heere overlaten. Het gaat om een grote menigte. Er zal een tijd komen dat de Heere de Joden in groten getale aan de voeten van Christus zal brengen en dat ze in Hem zullen geloven.”
Ds. Silfhout zei dat er bij de Joden een toenemende belangstelling is voor het Nieuwe Testament. Hij vertelde over een voorval een paar jaar geleden. Bij een uitgever in Jeruzalem kwam een militair van het leger. Hij had de opdracht gekregen van zijn pelotonscommandant om een Nieuw Testament te kopen. Een paar weken later kwam hij terug met de vraag of de uitgever een Nieuwe Testament had voor alle militairen van het peloton. Ds. Silfhout: „Ze waren erdoor gegrepen.”
De predikant vroeg de aanwezigen te bidden voor het Joodse volk. Hij noemde het „een belangrijke taak voor christenen om Joden met het Evangelie bekend te maken opdat ze de Messias der Schriften erkennen.”
Ds. Van Appeldoorn sprak over Zefanja 3:12: „Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk: die zullen op de Naam des Heeren betrouwen.” De hersteld hervormde predikant zei dat er een volk is dat erkent dat het oordeel van God rechtvaardig is en dat toch op Hem betrouwt. „God zorgt voor dat arme en ellendige volk. Christus hing arm en ellendig aan het kruis om in de naam van dat volk het oordeel van God te dragen. Dat volk wordt zalig omdat Hij het oordeel heeft gedragen.”