Van Meijeren vindt dat „het systeem” in Nederland „ten onrechte constant wordt aangeduid als democratische rechtsstaat”. Dat moet volgens hem „omvergeworpen” worden en plaatsmaken „voor een nieuw systeem door mensen die wel de beste bedoelingen hebben”. Het „verzet” moet volgens hem wel „vreedzaam, geweldloos en liefdevol” zijn.

Het FVD-Kamerlid zei verder onder meer dat „het politieapparaat” niet functioneert en dat burgers bij de rechter geen bescherming kunnen krijgen voor het optreden van de regering omdat die ze zelf benoemd heeft. De overheid zou „tirannieke trekken” vertonen.

Toen Van Meijeren beweerde dat het ministerie van Binnenlandse Zaken desinformatie wil bestrijden met „exact dezelfde argumentatie als die de nazi’s gebruikten”, begon Kamervoorzitter Martin Bosma te kermen. „Dit wordt geen gezellig debat”, aldus de PVV-politicus.

De inbreng van Van Meijeren kwam hem ook op kritiek te staan van onder meer CDA en VVD. Olaf Ephraim (voorheen ook FVD, nu Groep Van Haga) vroeg hem wie de machtige elites nu eigenlijk zijn omdat hij graag wilde weten wie hem „als marionet” bedient. DENK vroeg om bewijs dat Van Meijeren niet zélf bij de elite hoort.

PVV nam het op voor de politieagenten en vroeg Van Meijeren niet „de randjes van de wet” op te zoeken met zijn uitlatingen. SP en BBB vroegen ook naar zijn mening over de begroting, omdat die niet duidelijk werd uit de FVD-inbreng.

De hardste kritiek kwam van D66-Kamerlid Joost Sneller. Die beantwoordde een retorische vraag van Van Meijeren wat „fascisme” precies behelst met een definitie van historicus Daniël Knegt.

Sneller zei dat Forum voor Democratie aan alle criteria voldoet die Knegt noemt en noemde FVD „gewoon een fascistische partij”. Van Meijeren zei het daarmee oneens te zijn omdat zijn partij tegen geweld is - al vindt hij wel dat „een bevolking die wordt onderdrukt in het uiterste geval” het recht heeft om geweld te gebruiken.