Kerk & religie

Geen vrees

Psalm 3:7

Maarten Luther
15 November 2022 08:29
beeld RD
beeld RD

„Ik zal niet vrezen voor tienduizenden des volks, die zich rondom tegen mij zetten.”

Gaat het goed en is alles veilig, dan vertrouwen wij op ons waken. Gaat het slecht en loopt het verkeerd, dan is er zorg en angst en twijfel. Nu kan God geen van die beide verdragen, noch vermetelheid, noch bezorgdheid. Hij wil niet dat wij bezorgd zijn, wanneer wij onzeker zijn, of vermetel, wanneer wij zeker zijn. Maar Hij wil dat wij waken zullen in een vrij en waar geloof en doen wat ons ambt meebrengt, en evenmin bezorgd zijn wanneer het slecht gaat of vermetel zijn wanneer het goed gaat.

Zoiets nu doet niemand dan wie een gelovig hart heeft, zoals David spreekt tegen de bezorgdheid (Psalm 3): „Ik vrees niet voor vele honderdduizenden, die zich rondom tegen mij legeren.” En Psalm 27: „De Heere beschut mij, voor wie zou ik vrezen? Al ontstond er oorlog tegen mij, zo verlaat ik mij op Hem.” Weer spreekt hij tegen de vermetelheid (Psalm 44): „Ik verlaat mij niet op mijn boog, en mijn zwaard kan mij niet helpen.”

Waarom gebiedt Hij dan te arbeiden en te waken en wil Hij dat men muren heeft en harnassen en allerlei voorraad, zoals Hij de kinderen van Israël gebood het harnas aan te trekken en te strijden tegen de Kanaänieten? Moet men geen voorraad maken, moet men poort en venster open laten, en zich zelfs niet verdedigen? Zeker niet!

Maarten Luther,
hoogleraar te Wittenberg

(”Toelichting op Psalm 127”, 1524)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer