Tot woensdag was de hulpactie voor Kosovo in 1999 de succesvolste. De totaalopbrengst kwam toen uit op bijna 52 miljoen euro (114 miljoen gulden).

Zes miljoen Nederlandse huishoudens ontvangen donderdag nog een machtigingskaart in de brievenbus. Tweeduizend vrijwilligers beantwoorden de hele dag de telefoontjes die op het speciale telefoonnummer 0800–1112 binnenkomen van mensen die geld willen bijdragen.

Nederland heeft woensdag drie minuten stil gestaan bij het leed in het Verre Oosten. Weggebruikers, het openbaar vervoer, supermarkten, televisie– en radiozenders gaven rond het middaguur gehoor aan de oproep van de regering om stilte in acht te nemen. Automobilisten parkeerden even, treinen stopten en in de vertrekhal van Schiphol stond vrijwel iedereen letterlijk even stil en zweeg.

„Dit leed laat niemand onberoerd. We zijn één in onze ontzetting. Eén in ons meeleven met de nabestaanden van de slachtoffers, waar ook ter wereld", zei premier Balkenende op een speciale herdenkingsbijeenkomst op het Binnenhof.

Het leed dat de ramp in Azië heeft veroorzaakt „is veel te groot om te kunnen bevatten", aldus Balkenende. De vraag “waarom” hangt volgens hem „als een vertwijfelde schreeuw in de lucht". Hij beloofde solidariteit: „Niet alleen nu, maar ook straks."

Aan de plechtigheid werd deelgenomen door leden van het kabinet, Tweede en Eerste Kamer en Raad van State. Ook de buitenlandse ambassades in Den Haag waren vertegenwoordigd.

Minister Remkes (Binnenlandse Zaken) was op het moment van de herdenking in het zwaargetroffen toeristenoord Phuket. Bij aankomst verdedigde hij zich tegen kritiek uit de Tweede Kamer dat hij zijn vakantie in Thailand veel eerder had moeten onderbreken om Nederlandse slachtoffers in het nabijgelegen Phuket een hart onder de riem te steken.

„Een loslopende minister heeft hier geen toegevoegde waarde", aldus Remkes. Verder verklaarde hij de hulpverleners niet voor de voeten te willen lopen. Donderdag bezoekt Remkes onder meer ‘zijn’ Rampenidentificatieteam (RIT) en het ziekenhuis in Phuket. Minister Bot van Buitenlandse Zaken maakte in Nova bekend ook de rampregio te willen bezoeken.

In de Thaise ziekenhuizen lagen woensdag nog zestien Nederlandse gewonden. Het calamiteitenhospitaal in Utrecht maakte bekend dat alle getroffenen daar zijn overgeplaatst naar regionale ziekenhuizen. Van de 22 patiënten die er sinds nieuwjaarsdag lagen, was er eentje in het buitenland besmet geraakt met de ongevaarlijke ziekenhuisbacterie MRSA.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken kon woensdag verder officieel de dood bevestigen van nog een Nederlander. Het totaal ligt nu op zeven. Voor het leven van dertig vermisten wordt gevreesd. Van nog 102 andere Nederlandse bezoekers of inwoners van het rampgebied is het lot nog steeds onduidelijk.

Van de zeven doden is een lichaam inmiddels gerepatrieerd naar Nederland, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken. Drie zijn er nog in het rampgebied en van een lichaam is door de naasten „ter plaatse afscheid genomen", aldus een woordvoerder. Twee lichamen zijn volgens de wens van de nabestaanden naar een andere plek overgebracht.

Verzekeraars komen de nabestaanden tegemoet. Aegon zal niet wachten op officiële overlijdenspapieren als familieleden kunnen aantonen dat naasten in het gebied vermist zijn. Het Verbond van Verzekeraars heeft de overheid verder gevraagd om sneller overlijdensverklaringen af te geven. Nabestaandenpensioenen en levensverzekeringen kunnen zo eerder worden uitgekeerd. De verzekeraaars willen voorkomen dat nabestaanden in geldproblemen komen.