Je identiteit ontdek je vanuit genade en een veilige gemeenschap
We hebben een perspectief nodig dat verder reikt dan ons eigen welbevinden en een bron die niet opdroogt. Een reden om voor te leven, een verlangen om bij te dragen aan een betere wereld. Zodat we Gods hartslag kunnen laten voelen in de mensen en de wereld om ons heen.
De bekende natuurkundige Einstein (1879-1955) neemt op een gegeven moment de trein naar een bijeenkomst waarop hij gaat spreken. De conducteur wil zijn kaartje knippen, maar de grote wetenschapper is met zijn gedachten helemaal bij zijn werk en bekent dat hij zijn treinkaartje nergens kan vinden.
De conducteur zegt: „We weten allemaal wie u bent, dr. Einstein. Ik twijfel er niet aan dat u een kaartje hebt. Doet u maar geen moeite.”
De conducteur loopt weer verder. Maar als hij omkijkt, ziet hij hoe Einstein op handen en voeten naar zijn kaartje zoekt. De conducteur loopt terug en zegt: „Dr. Einstein, doet u absoluut geen moeite. Ik weet toch wie u bent.”
Einstein kijkt wanhopig op en zegt: „Ik weet ook wie ik ben. Ik weet alleen niet waar ik heen ga.”
Betekenisloosheid
”Wie ben je?” is misschien wel een van de moeilijkste vragen en dat wordt er in deze tijd niet gemakkelijker op. In onze selfiecultuur is het namelijk de obsessie geworden of je wel wordt gezien, of je wel applaus krijgt. Je moet jezelf voortdurend bezien door de ogen van anderen. Dat levert onzekerheid en minderwaardigheid op. En, nog erger, je raakt je innerlijke oriëntatie kwijt. Wat je denkt, doet en gelooft wordt niet bepaald door een innerlijk kompas, een persoonlijke identiteit, maar door wat zich om je heen afspeelt of aan je opgedrongen wordt. De Koreaans-Duitse filosoof Han zegt het zo: „We zijn ondernemers geworden van het eigen ik in een prestatiesamenleving, bevolkt door high potentials.”
We hebben te maken met een zingevingscrisis. Die ligt onder alle andere crises van nu. Heel veel van wat te maken heeft met zingeving, van betekenis willen zijn, Jezus willen volgen, Zijn hart, handen en voeten willen zijn, is vervangen door uiterlijkheden, materiële zaken en oordelen van anderen. Dat maakt onmachtig, onvrij, kwetsbaar en egocentrisch en genereert een gevoel van zinloosheid.
In zijn boek ”Wie wij zijn” schreef psychiater Frank Koerselman een paar jaar geleden al dat identiteit en betekenisverlening onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Als de betekenis, de zingeving wegvalt, ontstaat er dus een identiteitscrisis, een erkenningsstoornis. Dan doen mensen wanhopige pogingen om erkenning, waardering te ‘kopen’. Op alle mogelijke manieren. Wat mij bezighoudt, is dat de oceaan aan betekenisloosheid waaraan mensen stukgaan ook christenen treft. Hoe kan het dat de wereldse denkschema’s ook bezit nemen van gelovigen? Denken en leven zij echt niet anders?
Ik geloof oprecht en van harte dat er een alternatief is voor de leegheid die een geseculariseerde wereld ons voorhoudt. Gods Woord maakt helder dat het niet om prestaties en jezelf bewijzen gaat, maar dat het begint bij genade en bij gekend en erkend zijn door onze Schepper.
Daarom heb ik drie vragen. Ten eerste: kunnen we afscheid nemen van wereldse denkschema’s en Gods gedachten over ons leven omarmen én uitleven? De Chinese evangelist Watchman Nee (1903-1972) waarschuwde er al voor dat het speciale werk dat satan en de boze geesten in de eindtijd zullen verrichten het handel drijven in de zielskracht van de mens is. Satan is eropuit verlossing door Christus te vervangen door psychische kracht.
Ik geloof echt dat dit op grote schaal aan de gang is. Het gevolg is dat mensen, als ze de hopeloze zoektocht naar zichzelf aangaan, in veel gevallen terechtkomen in het mislukkende gevecht tegen zichzelf. Paulus schetst in Romeinen 8 het alternatief. Daar schrijft hij dat allen die God mogen liefhebben volgens Gods plan en voornemen geroepen zijn, dat Hij hen van tevóren gekend heeft én een bestemming voor hen heeft, namelijk om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn. Elders zegt Paulus dat dit al van voor de grondlegging der wereld in Gods plan lag. Je wordt er stil van.
Welk verschil maakt deze gedachte voor de praktijk van ons leven? In elk geval mag het dit zijn: ons leven hoeft geen koop- en strooptocht te zijn naar wat we onszelf toe moeten eigenen of waarmee we onszelf moeten bewijzen, maar mag een ontdekkingstocht zijn naar wat we hebben ontvangen. God maakt ons (gaandeweg!) het pad van ons leven bekend (Psalm 16). We mogen met God het plan van ons leven ontdekken en bewandelen en dat ”avontuur” aangaan.
Groei en bloei
De tweede vraag is: lukt het om gemeenschappen te vormen tegenover de solistische, competitieve en concurrerende levenswijze om ons heen? In deze tijd van het vormgeven van het eigen goede leven is identiteit geen gave meer, maar een opgave, een doe-het-zelfidentiteit als vrije keuze vanuit een onveilige, moordende concurrentiepositie. Maar we moeten niet het individu, maar de gemeenschap als uitgangspunt nemen, waarin het individu dankzij die gemeenschap floreert en tot groei en bloei komt.
In de veilige omarming van de gemeenschap mag je ontdekken welke identiteit je in Christus gegeven is. Pas als je veilig bent, durf je jezelf te zijn en een open toekomst tegemoet gaan.
Levinas
Ik voel me erg thuis bij de Frans-Joodse filosoof Levinas (1906-1995), die betoogt dat jij jij kunt worden in het aangezicht van de Ander (God en je medemens). Door relaties kom je tot ontplooiing en ontdek je wie je bent. Dat kan heel confronterend zijn; het betekent namelijk ook bewustwording van onze tekortkomingen en beperkingen. Maar het is echt waar: we hebben God en anderen nodig om onszelf te worden.
Ten derde: worden we geleefd vanuit het verlangen om van betekenis te zijn en vrucht te dragen? We hebben een perspectief nodig dat verder reikt dan ons eigen welbevinden en een bron die niet opdroogt. Een reden om voor te leven, een verlangen om bij te dragen aan een betere wereld. Zodat we Gods hartslag kunnen laten voelen in de mensen en de wereld om ons heen. Zodat zij weer durven hopen.
En je moet durven dromen. Want als dromen sterven, is het leven een vogel met gebroken vleugels. Zijn wij bewogen, bezielde mensen? Willen we dat graag zijn? Om van toegevoegde waarde te zijn in de wereld in plaats van onze eigen behoeften of prestaties als uitgangspunt te nemen?
Het is mijn diepe wens dat gelovigen gekenmerkt worden door onderscheidingsvermogen en een opmerkzaam hart. Zodat wij iets mogen laten zien van Jezus’ innerlijke ontferming voor de mensen en situaties die op ons pad komen. En om daarmee te laten zien dat het écht anders kan dan wereldse denkschema’s ons doen geloven. Het leven is een geschenk, niet om te bezitten, maar om te delen.
De auteur is oud-directeur van de Evangelische Hogeschool en werkt nu vanuit haar eigen onderneming voor begeleiding en advies. Dit artikel is een samenvatting van haar lezing tijdens het symposium ”Een toekomst voor jongeren!” op 3 november in Amersfoort.