Amerikanen stemmen ook verdeeld in staatsreferenda
Bij de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen stonden in veel staten ook referenda op het stembiljet, onder meer over abortus en stemrechten. De Amerikanen lijken bij die thema’s net zo verdeeld te stemmen als bij de landelijke verkiezingen.
Sinds Donald Trump de rechtmatigheid van de presidentsverkiezingen in 2020 in twijfel trok, staat dat onderwerp hoog op de agenda in veel staten. In sommige staten konden burgers kiezen voor strengere wetten om het kiesproces te beschermen, in andere staten ging het juist om het vereenvoudigen van het stemproces, zodat iedereen zijn of haar stem kan uitbrengen.
Ohio stemde bijvoorbeeld tegen het recht voor buitenlanders die permanent in de staat wonen om te mogen stemmen bij lokale verkiezingen en in Nebraska willen de burgers dat iedereen zich met een foto moet identificeren voordat die mag stemmen. In Michigan en Connecticut moet het juist makkelijker worden om te stemmen, door bepaalde stembureaus al dagen eerder te openen.
Op het gebied van abortus stemden California, Michigan en Vermont voor het opnemen van abortusrechten in de grondwet van de staat. Dat is een belangrijke opsteker voor mensen die zich daar hard voor maken, nadat het Hooggerechtshof het landelijke abortusrecht dit jaar had afgeschaft. In Kansas konden mensen kiezen om die bescherming juist af te schaffen, maar dat willen de mensen in die staat niet. Andere staten wachten nog op de uitslagen van hun referenda op abortus.
Verder stemden de inwoners van Maryland en Missouri voor het legaliseren van marihuana, maar in Arkansas en North Dakota werd dat weggestemd. In Iowa wil een meerderheid het recht op wapenbezit in de grondwet van de staat verankeren.