Nieuwe geschiedenis van Gelderland legt verbindingen tussen landschap, politiek en cultuur
Gelderland is vandaag een tamelijk gemiddelde provincie, denkt prof. Dolly Verhoeven. Maar wel een provincie met een heel eigen, rijke geschiedenis. Wie daar meer over wil weten, kan vanaf volgende week terecht bij de vierdelige boekenserie ”Het verhaal van Gelderland”.
Samen kun je meer dan alleen. Dat blijkt wel uit het gigantische project dat Dolly Verhoeven, bijzonder hoogleraar Gelderse geschiedenis aan de Radboud Universiteit, zojuist tot een goed einde heeft gebracht. Alle belangrijke culturele partijen uit de provincie Gelderland zijn erbij betrokken.
Jaren is Verhoeven ermee bezig geweest: schrijven en redigeren, maar ook draagvlak vinden bij meer dan honderd erfgoedorganisaties, samenwerken met meer dan dertig auteurs, tientallen bijeenkomsten organiseren voor het brede publiek. „Ik betrek heel graag allerlei partners in mijn werk. Je kunt zelf wel met geschiedenis bezig zijn, maar voor wie doe je dat eigenlijk? Er zit zó veel kennis bij de plaatselijke musea, de plaatselijke historische verenigingen, de lezers van historische boeken. Zij weten dingen, zij willen dingen. Er is niets leukers dan in gesprek gaan met het publiek. Daar heb je alleen maar voordeel van.”
Door die benadering kwam er een overvloed aan informatie en beeldmateriaal los, die door auteurs en redacteuren vervolgens verwerkt kon worden in vier fraaie, historische boeken: de serie ”Het verhaal van Gelderland”. Donderdag wordt het nieuwe overzichtswerk feestelijk gepresenteerd.
Hoe is het idee voor deze boekenreeks ontstaan?
„In 2014 werd ik bijzonder hoogleraar Gelderse geschiedenis aan de Radboud Universiteit, en in die periode kwam ik in contact met allerlei partijen. Mensen van Geldersch Landschap en Kasteelen, Erfgoed Gelderland, de Ridders van Gelre –die voor Omroep Gelderland historische verhalen maken– en mensen uit het provinciebestuur. Op een gegeven moment zeiden we tegen elkaar: „Je hebt een Drents Museum, een Limburgs Museum, een Groninger Museum en een Noordbrabants Museum, maar geen Gelders Museum. Dat is toch vreemd? Willen wij ook een museum? En hoe zou dat van de grond moeten komen?”
Maar het werd geen museum.
„We kwamen erachter dat we het verkeerde startpunt hadden. Als je een museum wilt, moet je éérst weten welk verhaal je daar dan wilt vertellen. En dat verhaal hadden we nog niet. Daar is dus dit hele traject mee begonnen. We hebben een uitvoerig plan gemaakt, we hebben dat mooi laten vormgeven en het toen aangeboden aan de provincie. Een plan voor vier boeken, maar ook voor een uitvoerige website, educatief materiaal, museumactiviteiten, afstemming met alle mogelijke erfgoedorganisaties en bijeenkomsten met een breed publiek. Alles om de geschiedenis van Gelderland op zo veel mogelijk manieren bij de mensen te brengen.”
Daar moet een behoorlijk prijskaartje aan gehangen hebben.
„Er hoorde een flinke begroting bij, ja. Maar we hadden er niet voor niets een paar jaar voorwerk in geïnvesteerd: de Gedeputeerde Staten van Gelderland omhelsden uiteindelijk het plan, en de provincie kwam met het geld over de brug. Ongeveer honderd kleine en grote erfgoedorganisaties uit Gelderland zegden begin 2019 hun steun toe: zij wilden informatie en afbeeldingen leveren of uren beschikbaar stellen. Tegen de zomer hadden we een startbijeenkomst met alle auteurs, en toen kon het werk beginnen.”
Hoe hebt u het aangepakt, als projectleider en hoofdredacteur?
„Ik ben gespecialiseerd in de twintigste eeuw –aan het vierde deel heb ik zelf ook meegeschreven– maar ik heb geen verstand van de prehistorie. Er moest dus voor elk van de vier delen een eigen deelredactie komen, die de inhoud van het verhaal kon bepalen en beoordelen. Maar ik heb me wél bij alle delen bemoeid met de stijl van het geheel, de verhaallijnen, de tien kernvragen waar iedereen iets mee moest doen. Bijvoorbeeld: ”Hoe vormt het landschap de geschiedenis?”, ”Wie heeft in dit gebied de macht?” of ”Hoe geven de mensen zin aan hun leven?”
Vertelt deze boekenreeks een nieuw verhaal?
„We hebben de tekst met z’n allen in drie jaar tijd geschreven. Dat betekent dat er weinig tijd is geweest voor nieuw archiefonderzoek. Het verhaal is vooral gebaseerd op wat er op allerlei gebieden al eerder gepubliceerd was. Het vernieuwende zit vooral in de aanpak, in de verbinding tussen de deelterreinen. Het landschap, de politiek, de bestaansmiddelen, de religie – alles hangt met alles samen. Daarom geen losse hoofdstukken over economie, politiek of cultuur, maar hoofdstukken waarin de kernvragen steeds met elkaar in verband worden gebracht. Door die methode kun je juist op regionaal niveau heel goed de lange lijnen in de geschiedenis onderscheiden. Je kunt zien hoe bepaalde ontwikkelingen zich voltrekken.”
Welke grote lijn ziet u vooral?
„Hoe bepalend het landschap en de ligging van Gelderland geweest is voor de loop van de geschiedenis. De grote rivieren die er dwars doorheen lopen, die een permanente verbinding vormen met de rest van de wereld, maar die ook grenzen aangeven. Levensaders en barrières tegelijk. Die rivieren maken van Gelderland een knooppunt en een transitiezone, waarbij Gelderland in de ene periode van de geschiedenis meer op het westen, Holland, gericht is, en in de andere periode van de geschiedenis meer op het oosten, het Duitse Rijk.”
Maar er zijn ook behoorlijke verschillen binnen Gelderland.
„Vanaf het begin dat er zoiets als ”Gelderland” bestond, is dat opgesplitst geweest in verschillende delen: de Veluwe, het Rivierengebied, de Achterhoek. En vroeger ook nog het Overkwartier, het gebied rond Venlo, Roermond en Geldern. De inwoners van Gelderland hebben zich vanouds Veluwenaars of Betuwenaars gevoeld, maar geen Geldersen – het Gelderlandgevoel is veel minder sterk dan de regionale identiteiten. Er zíjn ook grote verschillen tussen, bijvoorbeeld, Zaltbommel en Winterswijk. In cultuur, in taal, in landschap. Met ”Het verhaal van Gelderland” laten we zien: ja, die verschillen tussen de regio’s bestaan, maar als je uitzoomt zie je ook: al duizend jaar lang hoort dit gebied op een bepaalde manier bij elkaar. Er is wel degelijk sprake van een gezamenlijke geschiedenis.”
Wat onderscheidt Gelderland van de andere provincies?
„De natuur: de bossen, de rivieren, het coulissenlandschap. Gelderland is vanouds ontzettend aantrekkelijk voor toeristen. In de geschiedenis heeft Gelderland ook eigen kenmerken gehad. Het was vroeger bijvoorbeeld een hertogdom, als enige van de huidige Nederlandse provincies. En later speelde de adel er een grote rol in het bestuur. Maar eigenlijk is Gelderland vandaag vooral een gemiddelde provincie, bijvoorbeeld als het gaat om stemgedrag of religiekeuze.”
Valt dat nog te verklaren vanuit de geschiedenis van de Reformatie?
„De Reformatie werd in Gelderland behoorlijk van bovenaf opgelegd, onder invloed van stadhouder Jan van Nassau. In sommige regio’s sloeg dat aan, in andere niet. Dat had in de grensgebieden bijvoorbeeld te maken met de nabijheid van katholieke streken. In bepaalde plaatsen, zoals Vaassen of Loenen, was het ook de adel die niet meeging in de protestantisering. De keuzes die mensen maakten, hadden te maken met persoonlijke overtuiging, maar ook met vragen als ”Hoe houd ik mijn hoofd boven water?”, ”Wat doet mijn familie?” of ”Waar heb ik het meest voordeel van?””
Probeert u bij een onderwerp als de Reformatie boven de partijen te staan?
„Ons boek vertelt geen gereformeerd verhaal, ook geen katholiek verhaal. Voor ons is het belangrijkste dat geschiedenis verbinding en begrip kweekt, en leert relativeren. Soms kijken mensen naar de geschiedenis alsof het allemaal een logische uitkomst had, en alsof alles meteen ”goed” of ”fout” te noemen was. Maar altijd als je je ergens in gaat verdiepen, zie je dat het complexer en verwarrender geweest is dan wij ons achteraf voorstellen. Het is goed om recht te doen aan de mensen die in het verleden ingewikkelde keuzes moesten maken.”
Wat voegt de Gelderse geschiedenis toe aan het grotere verhaal van onze samenleving?
„Ik houd niet van chauvinistisch gedoe – wij Geldersen tegenover Holland, dat soort dingen. Een beetje bescheidenheid en relativeringsvermogen is nooit verkeerd. Maar ik denk wél dat het je verrijkt als je je verbonden kunt voelen met de plek waar je leeft. Je kunt aarden, je voelt dat je niet zómaar ergens bent. Ik hoop dat deze boeken mensen kunnen helpen om zich meer geworteld te voelen, waardoor ze ook meer verantwoordelijkheid en meer zorgzaamheid voelen voor de wereld om zich heen. Dat is waarom ik geschiedenis zo belangrijk vind. Geschiedenis verrijkt je leven en je dagelijkse omgeving en helpt om je gehecht te voelen.”
En het museum waarmee alles begon, komt dat er nog?
„Het is in deze tijd niet makkelijk om een nieuw museum te starten. En bovendien: delen van het verhaal van Gelderland worden al op veel plaatsen en in veel musea verteld. We kunnen dus beter zeggen: Dat museum van Gelderland ís er al, en het heeft veel filialen. Maar wat we graag willen bereiken, is dat al die kleinere verhalen met elkaar verbonden worden. Dat ze ingepast worden in het grotere kader van ”Het verhaal van Gelderland”. Het is de bedoeling dat Erfgoed Gelderland de komende tijd de kleinere musea en organisaties daarmee gaat helpen.”
Nieuwe boekenserie
”Het verhaal van Gelderland” –onder redactie van Dolly Verhoeven, Maarten Gubbels en Michel Melenhorst– is een boekenserie waarin tientallen historici de politieke, economische, sociale en culturele geschiedenis van Gelderland in samenhang beschrijven. Er zijn vier delen: ”Gelderland voor het Gelderland werd” (van prehistorie tot 1025), ”Gelderland als zelfstandig graafschap en hertogdom” (van 1025 tot 1543), ”Gelderland als Nederlands gewest” (van 1543 tot 1795) en ”Gelderland in het Koninkrijk der Nederlanden” (van 1795 tot 2020). De boeken –rond de 400 pagina’s per deel– zijn rijk geïllustreerd met bekende en onbekende afbeeldingen, maar ook tientallen speciaal gemaakte kaarten en infographics. De serie verschijnt op 10 november bij uitgeverij Boom en kost in totaal € 100,-. Afzonderlijke delen zijn € 29,95 per stuk.