Van donderdag tot zondag zijn ongeveer honderd mensen uit alle continenten bijeen rondom het thema ”Het wezen en de roeping van de kerk”. In zijn openingspreek noemde de voorzitter de kerk vanuit Openbaring 21 de stad van de toekomst: Niet Babel, maar het nieuwe Jeruzalem heeft de toekomst.

Dr. Michael Allen (hoogleraar aan het Reformed Theologial Seminary, Orlando) sprak over de gereformeerd-katholieke gestalte van de kerk. Hij benadrukte dat christenen geen kinderen moeten blijven, maar moeten groeien tot volwassenheid. In dit verband stelde hij het probleem aan de orde van te weinig ontwikkelde christelijke gemeenschappen. Vanuit de gereformeerde belijdenis zijn we aan elkaar gegeven om van elkaar te leren, aldus Allen.

Dr. Rob Norris (Wales) benadrukte in zijn lezing ”De Kerk en dienen van God” dat alle aspecten van ”worship” gericht moeten zijn op God Zelf. Anders dan in het Oude Testament is de plaats van de eredienst in het Nieuwe Testament niet meer relevant. Ware godsdienst concentreert zich rondom Jezus Christus en begint in het hart van de gelovige. Norris vroeg aandacht voor de centrale plaats van het Woord, een van de belangrijkste kenmerken van een gereformeerde eredienst. Daarbij pleitte hij voor een eenvoudige, diepgaande en sierlijke kerkdienst.

Donderdagavond sprak dr. James Eglinton (Universiteit van Edinburgh) over kerk en samenleving. Hij refereerde onder andere aan Abraham Kuypers visie op de kerk in een veranderende samenleving. Volgens Kuyper is de kerk een heilige plaats en de omgeving ervan is een voorhof. Echter: in zijn dagen bleek al dat die voorhof niet meer bestond uit christenen die zich nog verbonden wisten met het instituut. Toegepast op deze tijd vraagt de voorhof van kerken betrokkenheid op de samenleving om die voorhof gestalte te geven, bijvoorbeeld door in gesprekken niet-christenen bewust te maken van gedeelde waarden en normen die christelijke wortels hebben.

In zijn slotlezing nam dr. Richard Pratt (Third Millenium Ministries, VS) zijn uitgangspunt in de bede ”Uw Koninkrijk kome”. Volgens hem krijgen de beden van het Onze Vader over het dagelijks brood en de vergeving van zonden meer nadruk dan de bede van het Koninkrijk van God. Pratt verwees hierbij naar het feit dat de notie van Gods Koninkrijk in de gereformeerde confessies onderbelicht is gebleven. Dat is echter ten onrechte: de bede van het Koninkrijk vertolkt namelijk de Bijbelse centrale gedachte van Gods koningschap. God is allereerst Koning. Voor christenen betekent dit dat ze zich niet moeten laten verleiden om met een aardse „bucketlist” van verlangens af te werken. Ze zijn geroepen om Gods Koninkrijk te verwachten, erom te bidden en ervan te getuigen. Daar hangt wel een prijskaartje aan.

Pratt hield zijn gehoor voor dat ze zich niet meer veilig kunnen wanen in landen waar destijds het christelijk geloof bloeide. Tegenstand is er niet alleen in China, maar ook in de Verenigde Staten en in Europa. In toenemende mate wordt het christelijke geloof als kwaad gezien. Volgens Pratt moeten christenen zich in die situatie niet terugtrekken. Ze zijn juist geroepen om in de kracht van Gods Geest te getuigen van Gods Koninkrijk.

Dr. Bram Kunz en dr. Jan van Doleweerd zijn vanuit Driestar educatief aanwezig op de Assembly.