Staphorst staat stil bij het kloosterleven in de Vroege Kerk
Wat kunnen wij leren van het kloosterleven in de Vroege Kerk? Is het leven in afzondering een reële optie voor de christelijke kerk van nu? En heeft het aanwezig zijn in het publieke domein voor christenen eigenlijk nog zin? Moeten we ons niet veel meer richten op de vorming van onze jongeren?
Ruim honderd belangstellenden verzamelen zich dinsdagavond rondom deze vragen in de aula van de Willem de Zwijgerschool in Staphorst. Daar verzorgt Bart Jan Spruyt, docent kerkgeschiedenis aan het Hersteld Hervormd Seminarie, de tweede vormingsavond van dit seizoen. De serie van twaalf avonden gaat uit van het schoolbestuur van de Staphorster scholen en is bedoeld voor de Staphorsters en allen die „op zoek zijn naar grondige vorming, verdieping en verrijking.”
Bart Hoeve, oud-directeur van de ds. Harmen Doornveldschool, opent de vormingsavond. „Het is belangrijk om de tijd te duiden. Wat voor leesbril hanteren we bij het lezen van de Bijbel? Is Gods Woord normatief voor iedereen, gisteren, vandaag en morgen? Hoe moet je je als christen verhouden tot de tijd waarin je leeft? Wat kunnen wij nu leren van christenen uit de Vroege Kerk?”
Doorgeslagen
Spruyt gaat deze avond in op het kloosterleven. „Het kloosterwezen kennen wij niet meer, maar het bestaat nog binnen de Rooms-Katholieke Kerk. Maar het kloosterleven bestaat al sinds het begin van de christelijke kerk. Antonius leefde twee eeuwen na het pinksterfeest en was een van de eersten die besloten hun leven te veranderen. Ook toen gold dat men leefde in een wereld vol van afleiding en onrust. We zouden nu zeggen: de zorgvuldigheden van leven belemmeren onze stille tijd. Christenen in de tijd van de Vroege Kerk trokken de conclusie: als de wereld je zozeer bezet dan zou het een goede zaak zijn om je uit de wereld terug te trekken om je hele leven te kunnen concentreren op God.”
Kloosters zijn daarom niet vreemd, stelt Spruyt. „Ds. Van Lodenstein merkte al op dat we zijn doorgeslagen met onze kritiek op de Rooms-Katholieke Kerk. Afzien van werelds leven en afgezonderd daarvan blijven is een goed streven.”
Moordkuil
Aan de hand van Benedictus van Nursia’s boek ”Regel”, over het monastieke leven, bespreekt Spruyt het leven van Antonius. De geslaagde Egyptische zakenman uit de derde eeuw was vooral druk met zaken en voelde zich daar ongemakkelijk onder. Een tekst over de rijke jongeling bracht hem tot de verkoop van alles wat hij had. Hij vestigde zich in de woestijn om de rest van zijn leven zich te richten op God.
Spruyt: „Stel dat u in een boomhut zou gaan zitten in IJhorst, met uw Bijbel. Hoe zou het u vergaan? Zou u toenemen in Godzaligheid? En hoe zou u dat mentaal volhouden? De duivel laat je niet met rust. In de rust komen juist de zonden van je hart naar boven, meer dan ooit. Zeker als je je wilt focussen op God lijkt je hart een moordkuil van gedachten die je niet voor mogelijk houdt.”
Een moeder –liever geen naam– waardeert de lezing van Spruyt. „Als je thuis druk bezig bent, dan heb je soms helemaal geen tijd om over deze dingen na te denken. Op deze avonden leer ik veel bij over de historie van de kerk en wat die voor ons betekent.”
Een jongeman in de zaal maakt aantekeningen. Hij volgde de lezingen die Spruyt eerder gaf in de Leerkamer in Staphorst. „Dat boeide mij zo dat ik hier ook weer naartoe wilde. Natuurlijk ken ik Augustinus en de bekende geschiedenis over zijn bekering. Maar hier leer ik ook veel nieuwe dingen. Het heeft mijn belangstelling en ik hoor het graag.”
Benedictus van Nursia leefde aan het begin van de middeleeuwen. Hij gaf vorm aan het kloosterleven. De regels over het kloosterleven noteerde hij in zijn boek ”Regels”. Spruyt: „Zonder de kloosters had u uw Statenbijbel niet gehad. In de kloosters werden handschriften overgeschreven en werd de erfenis bewaard en overgedragen.”
Terugtrekken
Spruyt besluit de avond met twee vragen. „Er zijn mensen die de drukte van het moderne leven en de stress die daarmee gepaard gaat van tijd tot tijd ontvluchten voor een moment in retraite. Vindt u dat een goed idee?”
De tweede vraag gaat over de Amerikaanse theoloog Rod Dreher, schrijver van het boek ”The Benedict option”. Hij vraag zich af, kijkend naar het moderne Amerika, waar de kerntaak voor christenen ligt. Het publieke leven is snel geseculariseerd. Eigenlijk hebben christenen daar niet zoveel meer te zoeken.
Spruyt: „Moeten christenen zich niet uit het publieke leven terugtrekken en zich vooral focussen op het gezin, de kerk en de school om zo te proberen de christelijke traditie, het pand dat ons is toebetrouwd, te bewaren en te koesteren?”
Bart Hoeve begrijpt wel dat de avonden in behoefte voorzien. „Het is belangrijk om toegerust te worden. Ik geef nog een dag in de week les aan groep acht. Ik praat dan met de leerlingen over veel wezenlijke zaken. Daar willen leerlingen best graag over praten. Maar dan moet je als docent wel goed zijn toegerust.”