Kabinet naar WK voetbal in Qatar, tegen wens Kamermeerderheid in
Hoewel de Tweede Kamer het niet wil, gaat er toch een afvaardiging van de Nederlandse regering naar het wereldkampioenschap (WK) voetbal dat volgende maand in Qatar begint.
De ministers Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en Conny Helder (Sport) lieten dit woensdag aan de Tweede Kamer weten. De aanwezigheid van koning Willem-Alexander bij het toernooi, dat 20 november begint, is niet uitgesloten. Onduidelijk is nog wie deel zullen uitmaken van de regeringsdelegatie die naar het WK gaat.
Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat de regering het WK links laat liggen. Dit vanwege de mensenrechtensituatie van arbeidsmigranten in Qatar. Bij de stemming over een motie van SP, GroenLinks, PvdA en CU liep de scheidslijn dwars door de coalitie heen. Alleen VVD, CDA en FVD konden niet met een boycot leven.
De Britse krant The Guardian onthulde vorig jaar dat in het Arabische emiraat meer dan 6500 arbeidsmigranten waren omgekomen sinds het land tien jaar eerder de organisatie van het WK won. Het totale dodenaantal ligt in werkelijkheid volgens de krant „significant hoger.”
Hoekstra en Helder reppen in hun brief van woensdag niet over omgekomen arbeiders. Wel schrijven ze dat er in de afgelopen jaren zorgen zijn geuit over onder meer slechte werkomstandigheden, late uitbetalingen van lonen en gevallen van paspoortafname.
Volgens de bewindspersonen is de situatie van arbeidsmigranten in Qatar dankzij doorgevoerde hervormingen verbeterd, maar blijven er zorgen over de arbeidsomstandigheden. Wegblijven vinden de ministers geen goede optie. Dat „zal de mogelijkheid tot dialoog en samenwerking beperken en het wordt dan moeilijker deze weer op te pakken.” Andere landen gaan volgens de bewindslieden ook naar het WK. Nederland zou, zoals het er nu naar uitziet, als enige niet aanwezig zijn, schrijven de ministers.
Verder zijn sinds de motie door de Kamer werd aangenomen de geopolitieke omstandigheden drastisch veranderd. Ook daaraan besteden Hoekstra en Helder in brief aandacht. Rusland viel Oekraïne binnen en Nederland wil nu af van Russisch gas. Qatar is een van ‘s werelds grootste exporteurs van vloeibaar gemaakt aardgas (lng). Het land speelt „een belangrijke rol in de energie-zekerheid voor Europa en daarmee Nederland”, aldus de ministers. Verder heeft Qatar Nederland vorig jaar en dit jaar geholpen bij de evacuatie uit Afghanistan.
Premier Rutte zei woensdag dat een optelsom van redenen het kabinet heeft doen besluiten toch naar het WK te gaan. Hij ontkent dat mensenrechten onderaan het prioriteitenlijstje bungelt. Als je dit soort gelegenheden links laat liggen en de mensenrechten niet aan bod kan stellen, „verandert er niets”, aldus Rutte.
Overleg
Het kabinet wachtte lang met het maken van een keuze na de motie van de Kamer. De wens van de volksvertegenwoordiging werd „in beraad gehouden” om overleg te kunnen voeren met andere landen en met internationale en mensenrechtenorganisaties. In die periode „heeft Nederland de intensieve samenwerking met Qatar voortgezet met het oog op duurzame verbetering van de mensenrechtensituatie.” Er is niet al die tijd over gedubd in het kabinet, aldus Rutte. „We hoefden het niet eerder te doen.”
Partijen in de Tweede Kamer zijn boos over het besluit van het kabinet om toch een regeringsafvaardiging naar het WK voetbal in Qatar te sturen. „Wat een pijnlijke vertoning”, aldus Jasper van Dijk van de SP. „Zeer teleurstellend”, vindt Gert-Jan Segers, leider van de CU. Contact met het land is volgens Segers logisch, maar „dat een regeringsafvaardiging daar wil gaan feestvieren, vind ik echt onbegrijpelijk”, aldus de CU’er. „Voetbal is geweldig, maar mensenrechten en vrijheid zijn belangrijker.”
Ook D66 is het niet eens met het besluit van het kabinet. Het is „ongepast en onverstandig” om te gaan, zegt Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma. De D66’er is het niet eens met de argumenten van het kabinet om toch te gaan. „Ik zou zeggen dat het niet erg is om als enige consequent te zijn over mensenrechten.” Sjoerdsma heeft niet de illusie dat het kabinet nog op andere gedachten kan worden gebracht. „Maar het lijkt me wel belangrijk als we het op zijn minst bewegen van een feestdelegatie naar een zakelijke delegatie.”