EIB: meer vertraging voor woningbouw in grote steden dan verwacht
De uitvoering van zeventien voorgenomen grootstedelijke projecten voor woningbouw in Nederland is te rooskleurig ingeschat door de overheid, concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in een rapport. Naar verwachting kan pas na 2030 een belangrijk deel van deze woningen worden opgeleverd.
Volgens de plannen moeten de grootstedelijke projecten honderdduizenden woningen opleveren. Het EIB wijst er echter op dat het om zeer complexe projecten gaat, waarbij bijvoorbeeld oude industrieterreinen opnieuw ingericht moeten worden en omgebouwd tot woningen. Daarbij moeten ook wegen worden aangelegd met voorzieningen als openbaar vervoer. Dit gaat volgens de onderzoekers allemaal veel langer duren dan gedacht.
Vorig jaar werd al duidelijk dat meer dan de helft van deze woningbouw pas na 2030 kan worden opgeleverd. „Maar op basis van recente ontwikkelingen en gesprekken met projectleiders is deze schatting nog duidelijk te optimistisch”, concludeert het bouwinstituut.
Een van de belangrijkste tegenvallers is de onvoorziene stijging van de bouwkosten. In zo’n anderhalf jaar gingen deze kosten met een kwart omhoog. Daardoor ontstaan problemen met de financiering van de bouwprojecten.