Kerk & religie

Dwaalweg

4 January 2005 08:30Gewijzigd op 14 November 2020 02:04

De wijsheid zegt: „Want die Mij vindt.” Buiten twijfel stelt de Zoon van God Zich hier aan ons voor. Niet alleen als de eeuwige God, eeuwig met Zijn Vader en de Heilige Geest. Ook als de Messias, als de Goël, als de Heiland. En ook als de Koning van de uitverkorenen.Daarom, als Hij zegt dat Hij gevonden wordt, zo bedoelt Hij, dat Hij als Heiland en Koning gevonden wordt. De mens is door de zonden gevallen uit de zalige gemeenschap van God. Hij is verduisterd in het verstand en afgekeerd in zijn wil. Alle werkingen die uit die grond voortkomen, wijken van God af. Boven dit alles maakt de schuld van de verdoemenis een grote kloof en een verschrikkelijke tussenruimte tussen God en de zondaar. Vanwege Gods heiligheid, en de onmacht van de zondaar om te kunnen voldoen aan Gods gerechtigheid is die kloof er. Ze zijn vreemd, zegt de Schrift, van de baarmoeder af (Psalm 58:4).

Evenwel, de mens strekt zich uit in vergenoeging en blijdschap. Hij jaagt het goede met alle ijver na. Deze jaagt wijsheid na, die rijkdom, een ander eer, weer een ander wellust, of misschien wel alles te gelijk. Doch, o wee, hij tast deerlijk mis. Hij vindt zich bedrogen en wordt jammerlijk te schande. In plaats van een bestendig wezen omhelst hij een damp, ja een schaduw. Hierdoor wordt zijn rampzaligheid verdubbeld. Het is zo onmogelijk dat hij in deze weg God zou kunnen vinden.

Frederik van Houten, predikant te Middelburg (Het weergaloos goed, 1725)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer