VN-stemming laat zien waar Moskou staat
Een overgrote meerderheid van de landen steunde deze week een VN-resolutie tegen de recente annexatie van vier Oekraïense regio’s door Rusland. Dat valt te bestempelen als een zege voor Kiev en een duidelijk signaal van afkeuring richting Moskou.
De stemming is principieel echter meer dan een keuze tussen twee kemphanen: het gaat om het beginsel van territoriale onschendbaarheid. In dat licht is het zorgelijk dat grote landen als China, India en Zuid-Afrika zich niet vierkant achter dit principe opstelden en blanco stemden.
Onder de 35 blanco stemmende landen was een aantal landen in Centraal-Azië, waaronder Sri Lanka, en 19 Afrikaanse mogendheden. De motieven om niet vóór de resolutie te stemmen, lopen uiteen. Sommige landen hebben oude banden met Moskou, bijvoorbeeld omdat de Sovjet-Unie steun verleende in de strijd tegen koloniale machthebbers. Andere hebben vooral economische en strategische belangen.
Wat zeker ook bij de Afrikaanse landen speelt, is het gevoel dat de oorlog een Europese aangelegenheid is, waar ze zich liever buiten houden. Daarnaast is Rusland voor meerdere landen in Afrika zeer belangrijk voor de levering van graan, kunstmest, maar ook wapens. In de Sahelregio neemt de steun voor Rusland toe vanuit anti-Franse sentimenten. Het was recent nog te zien in Burkina Faso, waar een legercoup door burgers gevierd werd met Russische vlaggen. Daar zit niet zozeer liefde voor Rusland achter, als wel ressentiment tegen oud-kolonisator Frankrijk.
Een stemming in de VN over de annexatie door Rusland krijgt daardoor onwillekeurig iets van een standpuntbepaling voor het Westen of niet, terwijl het dat dus principieel niet is. De internationale rechtsorde heeft een probleem als zo veel landen blanco stemmen. De Amerikaanse VN-ambassadeur stelde voorafgaand aan de stemming terecht dat de annexatie vandaag Oekraïne betreft, maar dat morgen een ander land aan de beurt kan zijn.
Tegelijk is de boodschap van de stemming voor Moskou zonneklaar: onvoorwaardelijke steun voor zijn recente actie krijgt het regime van president Vladimir Poetin enkel nog van een handvol dictaturen. Als vrienden resten landen als Noord-Korea, Wit-Rusland en Syrië. Dat moet voor ieder die nog denkt Rusland in zijn oorlog tegen Oekraïne te moeten verdedigen een teken aan de wand zijn.
Westerse landen hebben intussen ook huiswerk. Als het internationaal recht zo belangrijk is, dan moet daar ook consequent werk van worden gemaakt. De invasie in Irak vanaf 2003 geldt daarbij niet bepaald als een lichtend voorbeeld. En moreel gezien: hoe druk maakt de wereld zich over de vele slachtoffers in het Ethiopische conflict in Tigray?
Daarnaast is alertheid geboden dat Afrikaanse landen niet verder in de armen van Moskou worden gedreven. Het Westen investeert veel meer dan Rusland in Afrika en is zonder meer belangrijker op het gebied van humanitaire hulp. Maar er is geen reden vergenoegd achterover te leunen.