Ruinerwold-zoon Israel zocht al weken contact met instanties
Israel van Dorsten, een van de ‘kinderen uit Ruinerwold’, had weken voor zijn ontsnapping uit de boerderij al contact met meerdere instanties, schrijft hij in zijn boek Wij waren, Ik ben. Weg uit Ruinerwold. Hij zocht contact met de politie, Slachtofferhulp Nederland, Veilig Thuis en Welzijn de Wolden. In het boek uit Van Dorsten zijn teleurstelling over het contact met de instanties. Hij voelde zich niet serieus genomen.
Van Dorsten deed eerst een anonieme melding bij de politie en later nog een melding, die niet anoniem was. Daarna belde hij de politie, maar toen die opnam durfde hij het telefoongesprek niet voort te zetten. De politie reageerde later nog op zijn melding met het verzoek te bellen. Ook werd Van Dorsten een keer op straat aangesproken door de politie. Hij was toen op de terugweg van een café in de buurt. Van Dorsten deed alsof hij zijn oudere broer was, die wel ingeschreven stond bij de instanties. Hij was op dat moment te bang om het echte verhaal te vertellen.
Hij zocht ook contact met Slachtofferhulp Nederland, via een chatfunctie. Die verwees hem door naar Veilig Thuis en die verwees hem door naar Welzijn de Wolden, een welzijnsorganisatie in de omgeving van Ruinerwold. Zij probeerden met hem een fysieke afspraak te maken, maar door zijn thuissituatie ging dat niet. Een poging van Van Dorsten en de welzijnsorganisatie om elkaar telefonisch te spreken kwam niet tot stand omdat de vader van de jongen zijn mobiel kapotmaakte.
In diezelfde periode ging Van Dorsten meermaals naar een café in de buurt. Een medewerker van het café schakelde in oktober 2019 de politie in. Daarna werden de zes ‘kinderen van Ruinerwold’ ontdekt in de boerderij waar zij met hun vader Gerrit Jan van D. in afzondering leefden. De kinderen waren nooit door hun vader aangegeven bij de burgerlijke stand, bezochten geen school en kregen geen medische zorg.