Oekraïense president: meer steun betekent sneller einde oorlog
Als Oekraïne meer financiële steun krijgt vanuit het buitenland zal dat helpen om sneller een einde te kunnen maken aan de verwoestende oorlog in het land. Dat heeft de Oekraïense president Volodimir Zelenski woensdag betoogd in een vergadering bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
De Oekraïense leider was niet in eigen persoon naar Washington afgereisd, maar sprak de aanwezige ministers en hoogwaardigheidsbekleders toe via een videoverbinding. In zijn toespraak benadrukte hij dat Oekraïne voor volgend jaar naar schatting nog 38 miljard dollar nodig heeft om zijn overheidsbegroting rond te krijgen. Als het land meer hulp krijgt zou de oorlog niet alleen sneller over kunnen zijn, maar zou volgens Zelenski ook voorkomen kunnen worden dat de strijd zich bijvoorbeeld naar buurlanden kan verspreiden.
Tijdens de bijeenkomst werden meerdere bedragen genoemd. IMF-topvrouw Kristalina Georgieva die ook aan het woord kwam, zei dat Oekraïne volgend jaar waarschijnlijk 3 miljard tot 4 miljard dollar per maand nodig zal hebben om de overheid draaiende te houden. Georgieva drukte Oekraïne op het hart dat het IMF zich tot het uiterste zal inspannen om het land te helpen. Daarbij gaf de Bulgaarse aan dat ze vanwege haar positie eigenlijk neutraal moet zijn. Maar ze liet doorschemeren dat het door Rusland aangevallen Oekraïne op haar sympathie kan rekenen.
Het bestuur van het IMF keurde afgelopen weekend nog een extra noodfinanciering van 1,3 miljard dollar voor Oekraïne goed. Het land had daar om gevraagd wegens de voortdurende oorlog met Rusland en om de economie te ondersteunen. Bij het toekennen van de steun stelde het fonds al dat de oorlog, die op 24 februari begon, „enorm menselijk leed en economische pijn” heeft veroorzaakt.