Weerwind: capaciteit bij reclassering belangrijk maar wel lastig
Minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind vindt het wel belangrijk dat er genoeg capaciteit is bij de reclassering om adviezen uit te brengen aan rechters en officieren van justitie, maar kan niet beloven dat die altijd beschikbaar is. Het is moeilijk te voorspellen wanneer er een advies nodig is. Daardoor is er moeilijk op te plannen, schrijft de bewindsman in zijn reactie op een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid. Hij stuit bij meer aanbevelingen op praktische bezwaren.
De reclassering kan advies uitbrengen over een verdachte zodat de rechter of het Openbaar Ministerie een straf of maatregel kan opleggen die beter past. In de praktijk hebben die afdelingen het volgens de inspectie vaak zo druk dat dat niet goed lukt. De minister moet daar volgens de inspectie eigenlijk iets aan doen.
Weerwind zegt ook te vinden dat er genoeg capaciteit zou moeten zijn voor de adviezen, maar brengt er tegenin dat ze meestal nodig zijn voor verdachten die worden voorgeleid. Vaak is daar haast bij. „Als er veel adviesaanvragen tegelijk binnenkomen is het onvermijdelijk dat niet alle opdrachten voor de voorgeleiding tegelijk kunnen worden opgepakt”, aldus de minister.
De inspectie vindt verder dat de minister moet zorgen dat jongeren van 12 tot 18 jaar in het strafrecht beter begeleid worden. Het jeugdstrafrecht en de jeugdhulp sluiten niet altijd goed genoeg op elkaar aan. Dat komt voor een belangrijk deel doordat er niet genoeg hulptrajecten beschikbaar zijn. Ook dit vindt Weerwind een lastig dossier. Hij noemt de beschikbaarheid van gespecialiseerde hulp in het hele jeugdstrafrecht een „groot knelpunt”. Hij zegt daaraan te werken.
De inspectie kwam niet alleen met aanbevelingen voor de minister, maar ook voor het OM, de reclassering en de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). Daaruit blijkt dat de inspectie op zich vindt dat er goede afspraken liggen, maar dat die in de praktijk soms beter nagekomen kunnen worden. Zo moeten het OM, de reclassering en de RvdK betere afspraken maken over wat ze precies van elkaar willen.
Verder ontstaat er nog wel eens onduidelijkheid doordat het niet op de juiste manier wordt gemeld als er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling. „De Inspectie stelt vast dat door het onvoldoende of onjuiste gebruik van de meldcode het risico bestaat dat de reclassering signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling mist en niet de juiste hulp inschakelt.” Dat is bij de reclassering nog eens onder de aandacht gebracht, aldus Weerwind.