Staat verzet zich tegen vordering Coöperatie Laatste Wil
De Nederlandse staat kan hulp bij zelfdoding niet te makkelijk maken, stelde de landsadvocaat maandag namens de staat.
Met dat argument verweert de overheid zich tegen de vordering van de Coöperatie Laatste Wil (CLW). De instantie begon een procedure tegen de staat voor het afdwingen van ruimere regels rond hulp bij zelfdoding.
Volgens de advocaat van de CLW, mr. T. Vis, schendt Nederland met de huidige regels artikel 8 van het EVRM dat het recht op privéleven beschermt. „Elk mens heeft het recht om zelf te beschikken over de vraag óf hij zijn leven beëindigt, net als over het moment en de manier waarop”, aldus Vis maandag. Het zelfbeschikkingsrecht is nu volgens hem „een schijnrecht.”
De landsadvocaat bracht daar namens de staat tegen in dat de huidige wetgeving juist in balans is. Die voorziet volgens de overheid in een evenwicht tussen de plicht om het menselijk leven te beschermen, met name van kwetsbaren en wilsonbekwamen, en de persoonlijke autonomie bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden. „De wetgever kan niet iedereen plezieren en moet keuzes maken. Dat die in concrete gevallen pijnlijk zijn, neemt niet weg dat de wet moet worden gehandhaafd”, aldus een van de raadslieden van de staat.
Intussen staat de discussie niet stil, maar daarbij is niet zozeer de rechter als wel de politiek volgens de verdediging aan zet. In de Tweede Kamer is de discussie al volop gaande, stelt de landsadvocaat, met verwijzing naar het initiatiefwetsvoorstel van D66 voor het legaliseren van hulp bij zelfdoding aan ouderen die levensmoe zijn.
Hoed
Ongeveer honderd CLW-leden namen na afloop van de zitting hun hoed af voor het Paleis van Justitie in Den Haag. Ze wilden daarmee respect betuigen aan burgers die overleden als gevolg van suïcide. Volgens de coöperatie was hun levenseinde waardiger geweest als zij hadden kunnen beschikken over legale zelfdodingsmiddelen. „De strijd gaat verder”, hield CLW-voorzitter Jos van Wijk de leden voor.
Na het oordeel van de rechter, dat uiterlijk 14 december wordt verwacht, volgt vermoedelijk een uitgebreide vervolgprocedure. Die kan jaren duren.