In memoriam W. Scholten (1927-2005)
Statig, zwijgzaam, rechtlijnig en correct. Dat zijn enkele woorden die van toepassing zijn op de 77-jarige oud-vicevoorzitter van de Raad van State mr. Willem Scholten. Op de eerste dag van het nieuwe jaar overleed hij onverwacht in zijn woonplaats Leidschendam.
Scholten was een regent van het oude stempel. Hij wilde best publiek verantwoording afleggen van zijn werk, maar wel op het moment dat hij verkoos. Hij deed daarom niet geheimzinnig over zijn werk als voorzitter van de Raad van State, maar over de contacten die hij in die functie had met de Koningin, sprak hij met geen woord.
Geheimen bewaren kon hij als de beste. Dat leverde hem in de media bijnamen op als ”de Oester”, ”Willem de Zwijger” en ”de sfinx van het Binnenhof”.
De benoeming van Scholten, een CDA’er van CHU-huize, tot voorzitter van de Raad van State kwam in 1980 tot stand door ingrijpen van de toenmalige kroonprinses, Beatrix. CDA-voorman Lubbers en PvdA-leider Den Uyl waren het eens over de benoeming van de sociaal-democraat J. van der Hoeven tot vice-voorzitter van het hoogste adviescollege van de regering. Beatrix wilde en kreeg Scholten.
Aan de officieuze titel ”onderkoning van Nederland”, die is gereserveerd voor de vice-president van de Raad van State, had Scholten een hekel: „Het vertolkt niet op enigerlei wijze de inhoud van de functie.”
Scholten, een man van de rechtervleugel in het CDA, was iemand die vooral achter de schermen zijn invloed deed gelden. Naast zijn werk als voorman van de Raad van State was hij ook bekend als formateur van het eerste kabinet-Lubbers in 1982. De economische situatie van het land was penibel en de PvdA was door de politieke stijl van haar leider, Den Uyl, niet in staat in regeringsverantwoordelijkheid te dragen. Scholten wilde graag een CDA/VVD-kabinet dat de economische en begrotingsproblemen voortvarend zou aanpakken. Hij kreeg zijn zin.
Scholten was afkomstig uit Deventer. Daar zette hij als stadsverslaggever voor het dagblad Trouw de eerste stappen in zijn loopbaan. Daarvoor studeerde hij fiscaal recht aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1963 tot 1971 was hij kamerlid voor de CHU en hield zich vooral bezig met belastingregelgeving.
Van 1971 tot 1973 was hij in het kabinet-Biesheuvel staatssecretaris van Financiën. Daarna keerde hij terug in de Kamer en werd tegelijkertijd voorzitter van de Nederlandse CDA-delegatie in het Europees Parlement. In 1976 werd hij lid van de Raad van State.
Iedereen dacht dat daarmee zijn rol in de actieve politiek was uitgespeeld. In 1977 kreeg hij de functie van staatssecretaris van Financiën in eerste kabinet-Van Agt, maar die wees hij af. Toch kwam hij alsnog in het kabinet terecht omdat de minister van Defensie, Kruisinga, principieel tegen de neutronenbom was.
Scholten was lid van de Protestantse Kerk in Nederland. Op landelijk niveau heeft hij verschillende advies- en bestuursfuncties vervuld.
De laatste jaren hield hij zich bezig met het schrijven van een biografie van de CHU’er De Geer, de oud-premier die vlak voor de Tweede Wereldoorlog als eerste sociaal-democraten in de regering haalde. De biografie was nog niet gereed.
Scholten wordt vrijdag in de Haagse Kloosterkerk herdacht en daarna in besloten kring begraven.