Huren mogen volgend jaar niet veel harder stijgen dan lonen
Niet de inflatie maar de loonontwikkeling bepaalt vanaf volgend jaar met hoeveel de huren in de vrije sector mogen stijgen. Daarmee wil het kabinet voorkomen dat huurders door de torenhoge inflatie van de afgelopen maanden, volgend jaar ook nog een huurstijging met dubbele cijfers voor de kiezen kunnen krijgen. De wijziging heeft effect op circa 648.000 woningen.
Nu geldt nog dat huren in de vrije sector jaarlijks met de inflatie plus 1 procent mogen worden verhoogd. Dat bood de afgelopen jaren, toen het gemiddelde prijsniveau met gemiddeld 2,3 procent steeg, voldoende bescherming aan huurders. Maar sinds vorig jaar november is de inflatie sterk opgelopen.
Volgens statistiekbureau CBS werd het leven vorige maand bijna 15 procent duurder. Dat maakt deze wetswijziging, die vlak voor de zomer al was aangekondigd maar nu ook daadwerkelijk is ingediend bij de Tweede Kamer, des te urgenter.
Vanaf volgend jaar wordt, in plaats van naar de inflatie, gekeken naar de gemiddelde ontwikkeling van de cao-lonen. Die wordt in december vastgesteld op basis van cijfers van het CBS. Op deze manier biedt de wet huurders in tijden van extreem hoge inflatie betere bescherming, zegt minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting).
„Wonen moet betaalbaar blijven”, aldus De Jonge. „Als de huur veel harder stijgt dan het inkomen, kunnen mensen in grote problemen raken. We willen niet dat mensen op straat komen te staan of dat ze door te hoge woonlasten nauwelijks nog rond kunnen komen.”
De Woonbond is blij dat de inflatie komend jaar de jaarlijkse huurverhoging niet gaat bepalen, maar toch is de bond nog niet helemaal tevreden. De landelijke huurdersvereniging had liever een maximale huurstijging onder de gemiddelde cao-loonstijging gezien. „Dit biedt nog steeds de ruimte om inkomens en huuruitgaven verder uit elkaar te laten groeien door te hoge huurstijgingen. Terwijl voor veel huishoudens deze ‘woonkloof’ al te groot is”, aldus de bond.