Kerk & religie

Diepe duisternis

Psalm 88:2

J. C. Philpot
7 October 2022 06:57
beeld RD
beeld RD

„O Heere, God mijns heils, bij dag, bij nacht roep ik voor U.”

Hier wordt de eerste schittering aan de hemel gezien, juist als de zon opgaat. Zodra die lichtstraal verschenen is, vergaderen zich er dikke wolken en duisternis overheen. De zon vervolgt haar loop de hele dag, in wolken gehuld, en gaat ten laatste onder in een zwaardere bank van wolken dan zij de gehele dag om zich heeft gehad. „Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan; mijn bekenden zijn in duisternis” (vers 19). In wat een donkere wolk gaat de zon van Heman onder! Wij besluiten dan uit de Schrift dat de heiligen van God, hoe diep zij ook in zielsnoden gezonken zijn –en weinigen van Gods volk waren ooit dieper in nood dan de maker van deze psalm–, dat zij toch zeldzaam zijn zonder iets te hebben dat hun staande houdt. Ze zijn zelden zonder de verborgen ondersteuning van „eeuwige armen.” Het zou moeilijk zijn enige aanhoudende klacht van de Bijbelheiligen tevoorschijn te brengen die geheel en al ontbloot is van een geloofsoefening in God en enige zwakke flikkeringen van hoop, waardoor hun ziel ondersteund wordt. Wij besluiten daarom uit de Schrift dat niettegenstaande deze stralen van hoop, en deze geloofswerkzaamheden in de ziel, zij komen kan in de grootste diepte van geestelijke ellenden in die diepte waarvan Heman sprak toen hij zei: „Uw hittige toornigheden gaan over mij; Uw verschrikkingen doen mij vergaan” (vs. 7).

J. C. Philpot,
predikant te Oakham en Stamford

(”Arm, maar rijk in God”, 2021)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer