Jemen dreigt opnieuw in chaos te verzinken
Met het aflopen van een staakt-het-vuren zondag in Jemen, dreigt het zwaar geteisterde land opnieuw aan oorlog ten prooi te vallen. Met alle gevolgen voor de hulpbehoevende bevolking van dien.
Een sprankje hoop gloorde in april eindelijk voor Jemen. De strijdende partijen kwamen destijds een bestand van zestig dagen overeen, dat later twee keer werd verlengd. Dat halfjaar was hard nodig om enige verlichting in de barre leefomstandigheden van de bevolking te brengen. Volgens de Verenigde Naties hebben acht jaar oorlog, in combinatie met een serie natuurrampen, de ergste humanitaire crisis ter wereld in het Arabische land veroorzaakt.
Die verlichting kwam er ook, zij het mondjesmaat en lang niet voor iedereen. Want nog altijd is zo’n driekwart van de Jemenieten van humanitaire hulp afhankelijk. Meer dan 4 miljoen mensen zijn van huis en haard verdreven en een derde van de huishoudens moet meer dan een uur reizen om enige vorm van gezondheidszorg te bereiken. Veertig procent van de kinderen gaat niet naar school.
Er was internationale hulporganisaties dan ook veel aan gelegen dat het staakt-het-vuren zou worden verlengd. Een coalitie van 44 ngo’s deed onlangs een dringend beroep op de strijdende partijen om een nieuwe overeenkomst te sluiten. Onderhandelingen tussen de regering, die rugdekking heeft van een militaire coalitie onder aanvoering van Saudi-Arabië, en de Houthi-rebellen, die door Iran worden gesteund, liepen echter op niets uit.
De besprekingen strandden onder andere op de eis van de Houthi’s dat de overheid salarissen voor ambtenaren in de gebieden die de rebellen onder controle hebben zonder onderscheid uitbetaalt. Zondag liep het bestand af en inmiddels zijn de eerste schermutselingen gemeld.
Strijders
Hulpverleners maken zich daarom grote zorgen dat het land opnieuw naar chaos en geweld afglijdt. „Het einde van het staakt-het-vuren is vreselijk nieuws voor de bevolking”, zegt Ferran Puig, landendirecteur van Oxfam in Jemen. „Miljoenen zijn nu in gevaar, als de bombardementen, artilleriebeschietingen en raketaanvallen opnieuw zullen beginnen.”
Puig wijst erop dat de afgelopen zes maanden juist hoop hadden gebracht voor miljoenen inwoners. „We hebben gezien dat het aantal slachtoffers met 60 procent is gedaald, dat het geweld fors is afgenomen en dat burgers betere toegang tot basisvoorzieningen en hulp hebben gekregen. Er zijn ook minder mensen gevlucht.”
Critici doen die positieve berichten van internationale hulporganisaties echter af als „overdreven.” „Technisch gesproken zou het bestand de humanitaire omstandigheden moeten hebben verbeterd, maar in werkelijkheid was dat niet het geval”, zegt Nadwa al-Dawsari, analist aan het Middle East Institute in Washington. „Er waren kleine tekenen van verbetering, zoals de heropening van de luchthaven van (de hoofdstad, RD) Sana’a. Maar die waren geen onderdeel van een grotere bereidheid, vooral van de Houthi’s, om dit staakt-het-vuren écht te laten werken.”
Al-Dawsari waarschuwt zelfs voor „misleidend overoptimisme en wensdenken.” Volgens haar hebben vooral de Houthi-rebellen de afgelopen periode van rust gebruikt om zich te hergroeperen en nieuwe strijders te rekruteren.
Elisabeth Kendall van de Universiteit Cambridge meent dat de eisen van de Houthi’s op dit moment volstrekt onrealistisch zijn. „Zij vragen om concessies die uiterst moeilijk te doen zijn omdat er geen sprake is van gestructureerde vredesbesprekingen. De indruk ontstaat dat de Houthi’s niet oprecht geïnteresseerd zijn in verlenging van het bestand.”
Dat heeft volgens Ahmed Nagi van het Carnegie Middle East Center in Beiroet alles te maken met het feit dat de opstandelingen menen dat zij op dit moment de sterkste partij zijn en daarom niet geneigd zijn water bij de wijn te doen. Voortzetting van de oorlog zou hun op langere termijn meer voordeel en een betere onderhandelingspositie opleveren.
Of Jemen daadwerkelijk opnieuw een lange periode van geweld tegemoet gaat, zal vooral afhangen van de wil van de internationale sponsoren van de oorlog. Vooral de militaire coalitie onder leiding van Saudi-Arabië is er veel aan gelegen zich volledig uit het conflict terug te trekken. En Iran zal ook beducht zijn voor een grote opleving, om de internationale onderhandelingen over een atoomakkoord niet te veel onder druk te zetten.
Grootste slachtoffer
Jemenitische rebellen kunnen echter besluiten doelen in Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten aan te vallen, zoals zij ook in het verleden hebben gedaan. Daardoor kunnen die landen tegen wil en dank toch opnieuw tot deelname worden gedwongen.
Deskundigen verwachten voor de korte termijn vooral voortzetting van de gevechten rond Marib, het laatste regeringsbolwerk in het noorden van Jemen en strategisch belangrijk vanwege de oliewinning. Ook rond de stad Taez, die al sinds 2016 door rebellen wordt belegerd, worden nieuwe vijandelijkheden verwacht.
Achter de schermen proberen de Verenigde Naties intussen de strijdende partijen alsnog aan de onderhandelingstafel te krijgen. Vooral in het belang van de noodlijdende Jemenitische bevolking, die al acht jaar het grootste slachtoffer van de oorlog is.