Taalkenner: Zo klonk de Bijbel voor de Germanen
Hoe klonk de Bijbel in het Gotisch, een taal die je een „oudtante” van het Nederlands zou kunnen noemen? Taaldeskundige Yoïn van Spijk deed een poging dat te ontrafelen.
Op zijn site taalaandewandel.com geeft hij weer hoe Lukas 8:4-8, de gelijkenis van de zaaier, aan het begin van onze jaartelling voor de Germanen klonk.
Het Gotisch is een dode taal en stamt af van het Oostgermaans. Het Nederlands stamt van het Westgermaans. Er is nog veel kennis van het Gotisch, omdat bisschop Wulfila in de vierde eeuw een vertaling van de Bijbel uit het Grieks in het Gotisch maakte. Hij bedacht daarvoor een Gotisch alfabet. „Dankzij Wulfila’s Bijbel is het Gotisch de best gedocumenteerde Germaanse taal van vóór de eerste geschriften in het Oudengels en het Oudhoogduits uit de zevende en achtste eeuw”, stelt Van Spijk.
Door het Gotisch te ontcijferen, is het ook mogelijk een beeld te krijgen van de taal die het Nederlands vormde. „Het is alsof je foto’s van je oudtante bekijkt om een idee te krijgen van hoe je oma eruitzag bij gebrek aan foto’s van die oma.”
Taaldeskundigen hebben door reconstructies van de oude vertalingen ook een beeld kunnen krijgen van de klank van het Gotisch. Van Spijk: „Ik heb het eerste deel van de parabel van de zaaier (Lukas 8:4-8) verklankt en opgenomen. Het was nogal een tongbreker –ik heb er twee uur over gedaan voordat ik alle zinnen zo goed als foutloos had ingesproken– maar ik denk dat mijn poging een aardig beeld geeft van hoe het Gotisch ten tijde van Wulfila geklonken zou kunnen hebben.”