„Doch Ik zeg u, dat velen zullen komen van oosten en westen, en zullen met Abraham en Izak en Jakob aanzitten in het Koninkrijk der hemelen.”

De Joden zullen bekeerd worden. Zij zullen de Heere zoeken en de beloofde David, en Hem als hun Koning erkennen en uitroepen. Maar nu past het ons om eens met deze zaak tot onszelf in te keren en eens te vragen: Ben ik ook al bekeerd? Ben ik al vrezende gekomen tot de Heere en tot Zijn goedheid? Heb ik het al geleerd wat het is de Heere te zoeken en David als mijn Koning uit te roepen? Heb ik al afstand gedaan van mijn terafim, van al mijn opgerichte beelden?

Waarlijk, de meesten dienen de opgerichte beelden nog. De meesten weten er nog niets van wat het is vrezende tot de Heere te komen en tot Zijn goedheid. De meesten hebben nog geen behagen in de dienst van deze goddelijke en grote Zaligmaker. Kent u het wel „vrezende tot de Heere en Zijn goedheid te komen” in uw binnenkamer? Zoekt u de Heere en buigt u uw knieën wel voor die heerlijke Koning? Wat bent u dan nog ongelukkig! Want dan zult u eenmaal als een christen verloren moeten gaan. Dan zal over u komen hetgeen de Heere Jezus sprak: Velen zullen komen van het oosten en van het westen en zullen zien Abraham, Izak en Jakob aanzitten in het Koninkrijk en de kinderen des koninkrijks zullen buiten geworpen worden in de buitenste duisternis…

Wulfert Floor, 
oefenaar in Driebergen

(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913)