Planbureau kraakt beleid rond ICT op school
De invoering van ICT in het onderwijs heeft er niet toe geleid dat de digitale vaardigheden zijn vergroot. Het kabinet moet nieuwe investeringen uitstellen totdat is bewezen dat digitaal onderwijs efficiënter is dan het lesgeven met traditionele methoden. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), waarvan de uitkomsten donderdagmiddag zijn gepresenteerd.
Het SCP heeft vorig jaar de vaardigheden van de leerlingen in het voortgezet onderwijs onderzocht. In de kabinetsperiode van paars II is inmiddels ruim 1 miljard euro besteed aan ICT-onderwijs, maar het rendement is onvoldoende. Het streven naar vergroting van de computerkennis van leerlingen is ingehaald door de snelle ontwikkelingen in de thuissituatie, zegt het SCP.
De meeste scholieren leren thuis met de computer werken. Zij doen dit vooral door zelf te experimenteren en zo spelenderwijs hun niveau op te krikken. Betere voorzieningen, betere ondersteuning of beter ICT-onderwijs in de lessen hebben weinig succes. De jeugd waardeert met name de helpdesk van de school.
De aanwezigheid van computers in het voortgezet onderwijs moet niet langer vanzelfsprekend zijn, zegt het planbureau. De waarde van het leren met behulp van computers moet nog aangetoond worden. De digitale vaardigheden van docenten blijven voor verbetering vatbaar. „De pc-vaardigheid van docenten lijkt negatief uit te werken op die van de leerlingen.” Veel software is vooralsnog niet veel meer dan schoolboeken op een computerscherm.
Ook de ICT-bijdrage aan onderwijsvernieuwing is onduidelijk, terwijl dat juist een belangrijke doelstelling van de overheid is. Op dit moment zijn er vaak niet meer dan een of twee pc’s per leslokaal aanwezig. Dit versterkt eerder het klassikale onderwijs dan het beoogde ”maatwerk” van het studiehuis. Hoge ambities en tegenstrijdige verwachtingen hebben de druk op scholen vergroot.
Het onderwijs draagt weinig bij aan computervaardigheden voor de arbeidsmarkt, omdat deze vaardigheden snel genoeg geleerd zijn. Kennis van bepaalde software veroudert snel als nieuwe versies op de markt verschijnen. Omdat scholieren thuis leren omgaan met ICT en vervolgens op het werk bijleren, is de rol van het onderwijs minimaal.
Veel geld dat het onderwijs aan ICT uitgeeft, verdwijnt in de zakken van buitenlandse bedrijven. De overheid kan dus niet volhouden dat investeringen in hard- en software de Nederlandse industrie stimuleren, meent het SCP.
Uit het onderzoek komt ook naar voren dat met het huidige gebruik van computers op school een daling van het aantal docentenuren niet voor de hand ligt. En al mochten deze kosten dalen, „dan is het nog maar de vraag of deze daling opweegt tegen de gestegen kosten voor apparatuur, nieuwe software en ICT-personeel.”
Van de ruim duizend ondervraagde leerlingen had vorig jaar 97 procent thuis een computer, 84 procent toegang tot internet en ruim driekwart een eigen e-mailadres. Een kwart zegt een eigen website te hebben. Van een blijvende digitale kloof tussen bezitters en niet-bezitters van pc en internettoegang is volgens de onderzoekers geen sprake. Het kabinet kan ervan uitgaan dat iedere Nederlander toegang heeft tot een computer met internet. Alleen allochtone scholieren hebben vaak thuis geen pc, maar deze komen in de openbare bibliotheek aan hun trekken.
De leerlingen doen gemiddeld op achtjarige leeftijd hun eerste computerervaring op. De voortgaande verspreiding van pc’s leidt ertoe dat steeds meer jongeren op steeds jongere leeftijd achter de computer plaatsnemen, zo is de verwachting. De ondervraagde scholieren zien het basisonderwijs niet als een plaats waar zij veel over computers hebben geleerd. Het belang van gezinsleden voor het verwerven van de kennis is groot: de digitale assistentie komt meestal van vader, broer of zus.
Vooral de onlinetoepassingen zijn populair. De jeugd gebruikt de computer met name voor e-mail, chatten en surfen. Off line benut de scholier de thuis-pc met name voor spelletjes en voor het maken van huiswerk. Steeds meer jongeren hebben een pc op de eigen kamer.
Het SCP stelt de inhoud van het vak informatiekunde ter discussie en dringt aan op meer media-educatie, wat beoogt van leerlingen kritischer informatiegebruikers van alle soorten media te maken.
Het onderzoek staat op tamelijk gespannen voet met de verkiezingsprogramma’s van de meeste politieke partijen. Zo gaan PvdA en Leefbaar Nederland uit van het basisprincipe dat op school alle kinderen vertrouwd raken met ICT en pleit de VVD voor extra investeringen om ICT-verbeteringen mogelijk te maken.
Het door de overheid gestimuleerde kennisnet trekt niet alleen de aandacht door de lagere dan beoogde aansluitingsgraad, maar ook door de trage verbindingen, de regelmatige storingen en de slechte en trage afhandeling van klachten. Op openbare scholen ligt het gemiddelde aantal leerlingen per computer gunstiger dan op bijzondere scholen.