Verdachte in hoger beroep kofferbakmoord: niets mee te maken
Leon de M. (45) uit Brielle, die wordt verdacht van de moord op Caroline van Toledo uit Oostvoorne, zegt in hoger beroep daar niets mee te maken te hebben. Het gerechtshof in Den Haag begon woensdag met de inhoudelijke behandeling. Het hof heeft voor het proces vier dagen verspreid over drie weken uitgetrokken.
Het 35-jarige slachtoffer werd in september 2005 gevonden in de kofferbak van haar brandende auto in het nabijgelegen recreatiegebied Kruininger Gors. Ook haar woning was in brand gestoken. Hoofdverdachte Van M. heeft altijd stellig ontkend dat hij betrokken was bij haar dood en dat herhaalde hij op de eerste zittingsdag meermalen. „Ik heb er niets mee te maken”, zei Van M. „Ik heb die zaterdag nog gebarbecued, omdat we zes jaar bij elkaar waren. Als ik zoiets verschrikkelijks had meegemaakt, was het echt niet zo gezellig geweest”, zei Van M. op soms geagiteerde toon.
De rechtbank in Rotterdam veroordeelde Van M. in november 2019 tot vijftien jaar cel. Sinds het vonnis zit hij in de cel, in zijn ogen onterecht. „Dat valt niet mee. Ik heb in het verleden ook wel terecht in de cel gezeten in Duitsland. Goed, dan moet je gewoon je bek houden en de straf uitzitten. Nu duren de dagen lang.”
DNA speelt een belangrijke rol in de zaak. Het bewijs is deels gebaseerd op DNA-sporen die zijn gevonden op een stuk stropdas waarmee de handen van het slachtoffer op haar rug waren gebonden. Het hof hoort meerdere deskundigen over het gebruikte DNA-onderzoek, wat de advocaten van de verdachte eerder dit jaar „broddelwerk” noemden. „Ik heb nooit een stropdas vastgehad. Mijn DNA kan niet op een stropdas zitten”, zei Van M.
Dinsdagmiddag 4 oktober op de tweede zittingsdag wordt de strafeis verwacht. Het Openbaar Ministerie eiste in 2019 bij de rechtbank een gevangenisstraf van twintig jaar.