Hij reageerde daarmee op eerdere verhoren van voormalige toplieden van SodM, die vertelden over een niet altijd even goede verstandhouding met het ministerie. Voormalig inspecteur-generaal Jan de Jong zei dat SodM als „lastig” werd ervaren. Zijn opvolger Harry van der Meijden sprak zelfs van een „sluimerende oorlog” tussen de toezichthouder en het verantwoordelijke departement.

Camps erkent dat er wel eens discussie was. „Want er spelen verschillende inzichten en verschillende belangen.” Maar dat stond de onafhankelijkheid van SodM volgens hem niet in de weg. „Ik denk dat het staatstoezicht altijd de gelegenheid heeft gekregen om zijn eigen standpunt in te nemen, zowel vanuit de ambtelijke organisatie als de minister.”

De voormalige topambtenaar zegt wel dat hij De Jong een keer heeft aangesproken op een interview waarin hij een „ander verhaal” vertelde dan hij vlak daarvoor in een advies aan de minister had geschreven. „Dan wordt het ingewikkeld, want dan wordt de vraag: waar moet de minister op afgaan.” Het zette mensen bij het ministerie ook „op het verkeerde been”.

Van der Meijden sprak eerder deze week tegen de enquêtecommissie zijn verbazing uit over de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de olie- en gasindustrie bij zijn sollicitatiegesprek bij SodM. Camps zegt daar „ook wat ongemak” bij te hebben gevoeld, maar benadrukt dat deze lobbyist slechts een „adviesrol” had.

De branchevereniging van olie- en gaswinningsbedrijven had volgens Camps in het verleden ook al aan tafel gezeten bij dergelijke benoemingen. Hij besloot die lijn door te trekken, ook omdat er niemand anders in de sollicitatiecommissie zat met kennis van deze sector.