DNA op handschoenen bewijs in moordzaak Spaarnwoude
Een paar stoffen handschoenen lijkt voor het Openbaar Ministerie cruciaal bewijs te vormen in de strafzaak tegen Cetin K. (40), die wordt verdacht van de moord op een 35-jarige vrouw. Het slachtoffer werd in de middag van 15 juni dood gevonden in recreatiegebied Spaarnwoude, aan de Oostbroekerweg in Velsen-Zuid. De vrouw, evenals K. afkomstig uit Amsterdam, is „één of meerdere malen door het hoofd geschoten”, zo maakte de officier van justitie maandag bekend, tijdens een eerste inleidende zitting in de zaak, bij de rechtbank in Alkmaar.
Eén handschoen werd door de politie gevonden in de buurt van de plaats van het misdrijf, aldus de officier. Experts ontdekten daarop DNA van verdachte K. De andere handschoen werd aangetroffen in een schoudertasje van K., die kort na de vondst van het lichaam van het slachtoffer werd aangehouden. Ook daarop zat DNA van K., alsmede van - onder anderen - het slachtoffer.
Het is onduidelijk wat de relatie tussen K. en het slachtoffer was. Evenmin is duidelijk hoe het tweetal in het recreatiegebied is terechtgekomen en wat het daar deed. De officier gaf tijdens de zitting een uiterst summiere toelichting op de stand van het onderzoek. De politie zei eerder dat zij op 15 juni om 02.30 uur een melding over de vermissing van de vrouw kreeg. Direct daarop is een zoektocht gestart, met de vondst van het stoffelijk overschot als resultaat. Het onderzoek loopt nog, maar zal binnen afzienbare tijd zijn afgerond, aldus het OM.
De rechter-commissaris heeft op aangeven van justitie bevolen dat K. ter observatie in het Pieter Baan Centrum (PBC) zal worden geplaatst. De man heeft eerder zijn medewerking aan een persoonlijkheidsonderzoek geweigerd en gaf maandag op hoge toon te kennen dat hij ook niet zal meewerken aan het PBC-onderzoek.
Zijn advocaat verzocht de rechtbank K. tijdelijk vrij te laten, zodat hij kan worden geopereerd; K. heeft naar eigen zeggen ernstige rugklachten. De rechtbank heeft het verzoek maandag afgewezen. Eerder wees de raadkamer van de rechtbank een gelijkluidend schorsingsverzoek af.
K beklaagde zich in zijn slotwoord over de directie van het huis van bewaring waar hij in voorarrest zit. De directeur heeft hem „bedreigd en gemarteld”, zei hij.