Passende zorg
Het politieke jaar is begonnen. Prinsjesdag ligt achter ons. Na twee volle dagen debatteren zijn ook de Algemene Politieke Beschouwingen weer ten einde. Twee dagen waarin alle partijen met de regering in discussie gingen over de plannen en ontwikkelingen voor het komende jaar.
Dit jaar stonden de beschouwingen in het teken van de torenhoog oplopende energiekosten en de vraag hoe die last verlicht kan worden voor groepen die daaronder dreigen te bezwijken. Grote zaken die het waard zijn om vanuit de inhoud grondig bediscussieerd te worden.
Toch blijven er in die discussie ook grote zaken buiten beschouwing. Omdat de aandacht afgeleid wordt van de inhoud, bijvoorbeeld door gewiekste antwoorden waarin vakkundig om de kern van de zaak heen gepraat wordt en met vele woorden weinig gezegd wordt. Maar ook doordat in de politiek, net als in alle lagen van de maatschappij, het individuele belang en het kortetermijnperspectief (meer dan het gezamenlijke belang van de samenleving en het langetermijnperspectief) de boventoon voeren. Terwijl het vanuit het belang van de samenleving meer dan ooit nodig is om het langetermijnperspectief centraal te stellen.
Er spelen momenteel veel zaken tegelijkertijd. Zaken die alle burgers raken, misschien wel harder dan we ons op dit moment kunnen voorstellen. Dat vraagt om moed om de inhoud centraal te stellen, om het eigenbelang op de tweede plaats te zetten ten gunste van het gezamenlijke belang.
Ik moet denken aan het Integraal Zorgakkoord dat op 16 september per brief aan de Tweede Kamer is aangeboden onder de titel ”Samen werken aan gezonde zorg”. Een titel die ook appelleert aan het gezamenlijke belang boven het individuele belang. Toch stond in de afgelopen weken in de media vooral het individuele perspectief van de verschillende partijen en hun belang centraal. Het ging over wie wel en wie niet wilden ondertekenen en bezorgdheid over het afhaken van partijen, waardoor brede steun voor het akkoord mogelijk alsnog zou ontbreken.
Over de inhoud van het Integraal Zorgakkoord ging het echter nauwelijks. Dat is jammer. Juist daarover is gesprek heel hard nodig. Want het wordt de komende jaren steeds moeilijker om iedereen de zorg te geven die nodig is. Steeds meer mensen worden ouder en krijgen bij het ouder worden te maken met chronische ziekten. En tegelijkertijd zijn er niet genoeg jonge mensen om aan die vraag tegemoet te komen, omdat er door de vergrijzing minder jonge mensen zijn ten opzichte van het aantal ouderen. Daarnaast staat de kwaliteit van de zorg onder druk. Steeds duidelijker blijkt dat niet alles wat kan ook goede zorg is. En wat goede zorg is, kan niet altijd op de beste manier worden geboden, vanwege de ingewikkelde structuren in de gezondheidszorg.
Ten slotte rijzen de kosten voor de zorg de pan uit. Volgend jaar is er voor het eerst meer dan 100 miljard euro nodig voor de zorg. Dat is 100.000.000.000 euro! Op onze bevolking van 17.696.940 inwoners betekent dit dat volgend jaar de zorgkosten voor de Nederlandse samenleving gemiddeld 5651 euro per inwoner bedragen.
Die samenleving, dat zijn wij met z’n allen. Dat bedrag moeten wij met z’n allen opbrengen. Toch willen we ook in de toekomst zorg die van goede kwaliteit is en voor iedereen toegankelijk en betaalbaar is. Dat vraagt nu om radicale keuzes.
In het akkoord is een eerste werkagenda geschetst, die is samengevat als „passende zorg en ondersteuning, samen met de patiënt, op de juiste plek en met nadruk op gezondheid”. Dat vraagt om een gezonde leefstijl ter voorkoming van ziekte. Dat vraagt ook om de erkenning dat een medische behandeling niet altijd de beste keuze is en om het nalaten van zorg die aantoonbaar niet bijdraagt aan betere uitkomsten.
Op 18 oktober gaat de Tweede Kamer hierover in debat. Maar uiteindelijk moet niet alleen de politiek (of de partijen achter dit akkoord), maar de hele samenleving in gesprek gaan over de manier waarop wij nu van de zorg gebruikmaken en hoe dat anders kan. Alleen zo houden we ook in de toekomst passende zorg voor iedereen.
De auteur is universitair hoofddocent verpleegkunde in het Leids Universitair Medisch Centrum.