Economie

Overheid heeft nog steeds diepe zakken

Daar kijk je van op. De overheidsschuld als percentage van het nationaal inkomen daalt dit jaar flink.

Arie de Rooij
23 September 2022 20:08
Ook schuld wordt door inflatie minder waard. beeld iStock
Ook schuld wordt door inflatie minder waard. beeld iStock

Het vorige kabinet trok in de coronaperiode tientallen miljarden uit om ondernemers te helpen. Het moest voor die royale steun veel geld lenen. Snel daarna diende zich de volgende crisis aan, rond de koopkracht. Reparatie vereist weer hoge uitgaven, vertellen de plannen van Prinsjesdag ons. Desondanks ook een meevaller: we staan als land minder zwaar in het krijt. Een heftige inflatie –daar danken we dat aan– heeft niet enkel negatieve gevolgen.

De actuele ontwikkelingen raken de consument keihard in de portemonnee. De gas- en stroomrekening schiet door het dak –al biedt het aangekondigde plafond verlichting– en boodschappen worden fors duurder. Afzwakking van het inflatietempo naar de ‘normale’, als doelstelling beoogde 2 procent, zit er voorlopig niet in. Bovendien, eenmaal weergekeerd op dat niveau betekent het niet dat alle prijzen dalen en daarmee de eerdere stijgingen wegpoetsen.

Voor ondernemingen gaat het eveneens knellen, al zijn er tussen sectoren grote verschillen, vooral afhankelijk van de hoeveelheid energie die zij verbruiken en de grondstoffen die zij nodig hebben. De belangrijke vraag voor hen luidt: kan ik de oplopende kosten doorberekenen of niet?

De overheid is echter een partij die profiteert van de inflatie. De staatsschuld ligt in de buurt van de 460 miljard euro. Zo’n absoluut cijfer zegt niet zoveel. Door het te relateren aan de omvang van de economie, aan wat we met z’n allen jaarlijks verdienen, krijgen we inzicht in hoe zwaar die last drukt. Voor een miljonair betekent een rekening van 1000 euro immers iets anders dan voor iemand op het minimum. De schuldquote, de schuld gedeeld door het bruto binnenlands product (bbp), bedroeg in 2019 48,5 procent, reikte in 2021 tot 52,4 procent en zakt eind 2022 naar 49,6 procent. Voor 2023 verwacht het Centraal Planbureau een verdere daling, maar in deze hectische en hoogst onzekere tijden, met voortdurend nieuwe beleidspakketten, kan er nog veel wijzigen.

De huidige raming voor dit jaar is liefst ruim 4 procentpunt lager dan die van zes maanden terug. We mogen het toeschrijven aan, jawel, de inflatie, aan het noemereffect. De schuld wordt nu namelijk afgezet tegen een economie die als gevolg van de prijsstijgingen in euro’s –niet in volume– sterk is gegroeid. Door de inflatie worden schulden, ook de hypotheek van een huizenbezitter, in reële termen minder waard.

De overheidsschuld bevindt zich zelfs op het laagste peil sinds 2007. De bij de invoering van de euro vastgelegde afspraken schrijven voor dat de quote de 60 procent niet mag overschrijden. Veel landen voldoen (bij lange na) niet aan die norm. Bij ons lag het verhoudingsgetal van 2011 tot en met 2016 boven dat plafond. Nu zijn we er ver van verwijderd.

Toen corona uitbrak, zei toenmalig minister van Financiën Wopke Hoekstra: „We hebben diepe zakken.” Ondanks alle extra uitgaven, geldt dat nog steeds. Er blijft in ieder geval volop ruimte om te lenen zonder de EU-regels te overtreden, al wordt dat door de rentestijging wel duurder.

De auteur is oud-redacteur economie van het RD.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer