Rutte staat greep in Groeifonds toe voor extraatjes op begroting
Het kabinet is op aandringen van de Tweede Kamer bereid een greep te doen in het Nationaal Groeifonds voor een tweetal extraatjes bij de begroting. Deze zak geld, eigenlijk bedoeld voor investeringen in de groeikracht van de economie, mag worden aangewend voor extra steun aan het midden- en kleinbedrijf en voor het tolvrij maken van de Westerscheldetunnel.
Daarmee komt de vrees uit van de vorige minister van Financiën Wopke Hoekstra, die drie jaar geleden bij de aankondiging van het Groeifonds al het risico zag dat dit zonder de juiste afbakening „een potje voor leuke dingen” zou kunnen worden. Dat was volgens hem niet de bedoeling. Premier Mark Rutte erkende ook dat het Groeifonds hiermee „een graaifonds” dreigt te worden.
Het is nog niet zeker dat het Groeifonds daadwerkelijk wordt aangesproken om de genoemde extraatjes te betalen. Bij beide voorstellen worden ook andere financieringsmogelijkheden genoemd.
Hoekstra is nu minister van Buitenlandse Zaken. Hij ontbrak tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer omdat hij in New York de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bijwoonde. Sigrid Kaag heeft de rol van schatkistbewaarder van hem overgenomen. Zij haalde overigens eerder dit jaar al honderden miljoenen uit het Groeifonds voor extra investeringen in Defensie.
GroenLinks-leider Jesse Klaver wees er in een stemverklaring op dat het Groeifonds bedoeld is „voor investeringen die renderen op de lange termijn”. Hij zei het tolvrij maken van de Westerscheldetunnel te steunen, maar denkt graag mee over een alternatieve dekking. „Als we een fonds opzetten om te investeren in de toekomst, moeten we niet een greep in de kas doen”.