Opinie

​Overheid moet voortbestaan landbouw en visserij waarborgen

De regering mag boeren en vissers niet wegsaneren zonder uitzicht op een alternatief. Ze moet hen financieel en materieel sterker en nog toekomstbestendiger maken. Ze zijn van levensbelang voor de wereld.

M. C. J. Schilder
22 September 2022 08:47
„Onze (nog) overgebleven boeren en vissers verdienen volwaardige en onvoorwaardelijke overheidssteun.” Foto: demonstratie in Amsterdam voor boeren, vissers en truckers. beeld ANP, Ramon van Flymen
„Onze (nog) overgebleven boeren en vissers verdienen volwaardige en onvoorwaardelijke overheidssteun.” Foto: demonstratie in Amsterdam voor boeren, vissers en truckers. beeld ANP, Ramon van Flymen

De boeren en vissers zijn boos. Beide beroepsgroepen zijn de laatste tijd negatief in het nieuws met protestacties om hun bestaansrecht te waarborgen. Er zijn talloze discussies gaande tussen de boeren en vissers enerzijds en de politiek en de onderzoekers anderzijds.

Het falende overheidsbeleid ten aanzien van deze twee sectoren had excessen tot gevolg. Er was bijna geen handhaving van EU-regels aangaande de boeren en vissers ten opzichte van het Natura 2000-beleid. Daardoor wordt het EU-beleid nu versneld uitgevoerd. Er is al veertig jaar lang een onmogelijk uit te voeren wet- en regelgeving in de vorm van verplichtingen, terwijl de rechten van deze twee zeer belangrijke sectoren niet of nauwelijks worden genoemd. Boeren en vissers die failliet gaan, grote sociale problemen (zelfmoorden, scheidingen, depressies en ziekte) en uiteindelijk grote maatschappelijke en economische problemen. De vis-, fruit- en groenteveilingen verdwijnen, waardoor er geen transparante (eerlijke) prijsvorming meer mogelijk is en er in beide sectoren machtsposities ontstaan.

Keuzes en oplossingen

Wat kan de overheid doen? De nu overheersende responsieve beleidsstroming moet worden omgevormd naar een rechtmatiger werkende beleidsstroming. Daar bedoel ik mee dat de overheid, die nu inspeelt op bewegingen vanuit de beroepssector en de tegenstanders van het beleid (en daardoor niet meer weet wat te doen), meer afstand moet nemen tot de sector, de tegenstanders en de (externe) adviseurs, en zich moet richten op het handhaven van regels en moet proberen daar een middenweg in te vinden. Het gaat dan om zowel de regels van het gemeenschappelijke landbouw- en visserijbeleid van de EU (GLB en GVB) als de regels van Natura 2000. Zo kan de overheid weer overgaan tot uitvoering van het Verdrag van Rome.

Dit is nog geen waarborg voor een adequaat functioneren van het centrale bestuur. Daarvoor moet het bestuur inhoudelijk en procesmatig tegenwicht bieden aan de adviserende partijen. Dat vergt inhoudelijke en procesmatige bekwaamheden die nu wellicht onvoldoende aanwezig zijn.

Heilloze sanering

Daarnaast zou de overheid de alternatieven voor een koude of warme sanering moeten onderzoeken. De keuze om nu een deel van onze boeren en vissers te saneren, is nergens op gebaseerd en kan verregaande gevolgen krijgen.

Ten eerste leidt sanering vrijwel zeker tot hogere voedselprijzen, ongeacht de sublieme productiecapaciteiten van de Nederlandse boeren en vissers. Dit heeft onder andere te maken met de internationale prijzen van voedsel en de productieproblemen elders in de wereld. Lokale prijzen van producten zoals graan, tarwe, vlees, melk en suiker en van bepaalde visproducten worden mede bepaald door de internationale markten. Daarnaast spelen de (beurs)speculanten een grote rol in de voedsel- en ook de energieprijzen.

Ten tweede beschikken wij Nederlanders over de beste boeren en vissers die een samenleving zich kan voorstellen en (vooral) zich kan wensen. Nederland is al ruim een eeuw bezig om de landbouw en visserij op het huidige niveau te krijgen: aan de absolute top van de piramide. Beide sectoren zijn verreweg het meest effectief, efficiënt, duurzaam, modern en vooruitstrevend ter wereld. Daarnaast zorgen zij wereldwijd voor betaalbaar en hoogstaand voedsel, inclusief de kennis en techniek die nodig zijn om dit te verbouwen en te oogsten.

Omdat de wereldbevolking nog steeds toeneemt en er overal migratiestromen zijn (en dan met name naar het Westen), zijn boeren en vissers juist nu letterlijk van levensbelang. Vooral in het kader van de voedselzekerheid die vanuit het Verdrag van Rome beoogd wordt.

Voedselzekerheid is de meest elementaire en fundamentele basisvereiste voor het bestaansrecht en de toekomst van een land. Daarom moet die voedselzekerheid gewaarborgd worden. Ongeacht de economische waarde die landbouw en visserij in een economie vertegenwoordigen (die wordt vaak als argument gebruikt om de minieme betekenis van deze sectoren in een economie te duiden), zijn zij het meest elementair en fundamenteel voor een land. Immers, niemand kan zonder voedsel. En belangrijker nog: zonder voldoende, betaalbaar en kwalitatief goed voedsel is er geen productieve samenleving. Het gevolg is een lage levenstandaard, weinig toekomstperspectief en uiteindelijk nog véél meer problemen.

Alternatieven

Een van de alternatieven heeft te maken met de voeding van onze veestapel. Die bestaat deels uit voedsel dat is bereid uit palmolie en vismeel. Bij dit laatste gaat het om onrendabele en niet-winstgevende gevangen vissoorten, die worden vermalen tot veevoer. Dit is echter een gigantische kapitaalvernietiging van natuurlijke voedselbronnen. Vissen eten andere vissen. De vangst van onrendabele vis draagt dus (op de lange termijn) bij aan de vernietiging en het massale uitsterven van zeeleven.

De overheid kan hier twee problemen in één keer oplossen: ander veevoer voorschrijven leidt niet alleen tot bescherming van het zeeleven maar ook tot een lagere stikstofuitstoot. Een ander alternatief tegen de stikstofuitstoot met betrekking tot de landbouw is het verplaatsen van boerenbedrijven.

Gezien het voorgaande pleit ik voor volwaardige en onvoorwaardelijke steun voor onze (nog) overgebleven boeren en vissers. Maak ze sterker, zowel financieel als materieel, maak ze nog toekomstbestendiger en zorg voor bedrijfsopvolging. Vooral dat laatste zal een groot probleem worden. Vergrijzing en capitulatie van boeren en vissers door de saneringen en de onwerkbare wettelijke uitvoeringsregelingen voorzie ik, met anderen, als grootste probleem bij onze toekomstige voedselzekerheid. Ik verwijs hiervoor graag naar Verordening 2020/2022 (EU) en het meest recente advies van het Europees Economisch Sociaal Comité van het Europees Parlement en de Raad van Europa inzake zowel de bedrijfsopvolging als de vernieuwingen en financiële en materiële steun voor de visserij- en de landbouwsector.

Verplichting

Als er niet tijdig maatregelen worden genomen, krijgen Nederland, Europa en een groot deel van de andere continenten echt een probleem. Te weinig of te duur eten betekent armoede. En waar dat toe kan leiden, laat ik aan de lezer over.

Nu kan het nog. Besteed de EU-fondsen aan modernisering en duurzaamheid van onze vissersvloot en nóg duurzamere, effectievere en efficiëntere landbouwmethodes in plaats van sanering.

De Nederlandse overheid heeft hier zelfs een Europese verplichting. De landbouw- en visserijverordeningen van de EU hebben een rechtstreekse werking. Deze rechtstreekse werking heeft voorrang op de Europese richtlijn Natura 2000. Deze laatste behelst alleen een inspanningsverplichting.

De auteur is werkzaam als universitair docent (aansprakelijkheidsrecht) en onderzoeker (Europees recht) aan de Open Universiteit en consultant Europees recht bij Deloitte.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer