Met schroomvalligheid en ontvankelijkheid
Enkele weken geleden mocht ik een lezing houden op een symposium dat was georganiseerd door de Vereniging Een Handreiking en het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg) naar aanleiding van het boekje ”Psychische problemen in de familie, een gids voor naasten en pastores”.
De rode lijn van het verhaal was dat bij psychische klachten het contact met de ander verandert, met onzekerheid en stress als gevolg. De voor u misschien niet zo voor de hand liggende beginvraag is echter wat we onder echt intermenselijk contact verstaan. Ik schrijf met nadruk écht contact, want de ene vorm van contact is de andere niet.
Écht contact is van essentieel belang in de spreekkamer. Echter niet alleen daar, maar ook in het publieke debat. Hoe wordt in het publieke debat bijvoorbeeld gesproken óver transgenders, terwijl we misschien nooit mét een transgenderpersoon gesproken hebben? Laat me duidelijk zijn: ook ik keer me tegen de bekende transgenderwet die nu voorligt, maar mogelijk om een andere reden dan u denkt. Niet zozeer met het argument dat de wet de allergrootse bedreiging is voor vrouwen, zoals de feministe Caroline Franssen zegt, of dat de scheppingsorde in het geding is.
Mijn punt voor nu is dat de wet aan transgenderpersonen geen récht doet. De jongere of oudere die twijfels heeft aangaande zijn of haar mannelijke of vrouwelijke identiteit is niet gebaat bij impliciete druk vanuit kringen die de ideologie van zelfbeschikking als het hoogste goed zien. Bij voorbaat sorteert men al voor op een gewenste uitkomst –dit mogen trouwens ook orthodoxe christenen zich aantrekken– waardoor de persoon vóór mij geen recht wordt gedaan en we niet komen tot écht contact.
In een recent wetenschappelijk artikel werd nog eens helder uit de doeken gedaan hoeveel stress en spanning er bij iemand kunnen ontstaan als het biologisch geslacht niet in overeenstemming is met het ervaren gender. Men ervaart innerlijke verwarring, ontkenning ten aanzien van de ervaren genderidentiteit, disembodiment (onthechting). Kortom, ernstige verwarring leidend tot suïcidale gedachten en angst voor de toekomst.
Ik noem dit zo omdat de ernst van genderverwarring niet te onderschatten valt. Zo iemand is niet gebaat bij druk vanuit welke beweging dan ook, maar wel bij empathie: die houding van aandacht gericht op de ander waarbij diens ervaring volledig tot haar recht komt. Dat kan alleen als we onze vooroordelen (die hebben we allemaal) tijdelijk even tussen haakjes zetten. Het gaat er niet om dat u het begrijpt, want we begrijpen nooit de ervaring van de ander. Dat kan ook niet. We kunnen alleen met schroom naderen en de ander laten spreken.
Écht contact heeft alles te maken met schroomvalligheid. Met het vermogen ontvankelijk te zijn voor de mogelijkheid dat de ander jouw wereld verandert, jou tot nieuwe of verdiepte inzichten brengt, inzichten waar je je niet per se gelukkiger of beter door voelt. Als in echt contact de ander nu zo’n invloed op mij heeft, heb ik ook een dergelijke invloed op de ander. Met andere woorden, we hebben onvermijdelijk effect op elkaar en zijn dus ook verantwoordelijk (Knud Logstrup). Vertrouwen is hier natuurlijk een kernwoord. Als het vertrouwen ontbreekt, gaan de luiken dicht, nemen we onze posities in en gaan we schieten.
Zo gesteld is veel contact de naam van echt contact niet waard en kun je terecht de vraag stellen wie gebaat is bij veel publieke discussies. Een schrijnend voorbeeld is de briefwisseling tussen twee predikanten op cvandaag.nl, een online nieuwswebsite voor christenen. Even los van het grote verschil in vermogen tot argumentatiekracht, wat overigens echt contact zeker niet in de weg hoeft te staan, is de schroomvalligheid ver te zoeken, evenals de ontvankelijkheid voor wat de ander nu werkelijk bedoelt en wat de onderliggende ervaring is. Voor echt contact ben je op elkaar aangewezen.
Ik kan me voorstellen dat iemand tegenwerpt: is echt contact wel nodig als je alleen een theologisch punt wil maken? Zoiets van: de waarheid moet gezegd worden, wat de ander er ook mee doet. Maar wat is de werkelijke waarde van het maken van welk punt dan ook buiten écht contact om?
De auteur is psychiater.