De Riksbank schroefde de rente op tot 1,75 procent, van 0,75 procent. Het is voor het eerst sinds de invoering van een inflatiedoelstelling in 1993 dat de centrale bank de rente met 1 procentpunt heeft verhoogd. De rentestap viel ook hoger uit dan de 0,75 procentpunt die economen hadden verwacht.

„Het risico is nog steeds groot dat de inflatie verankerd raakt en het is uiterst belangrijk dat het monetaire beleid ervoor zorgt dat de inflatie terugvalt en stabiliseert”, verklaarden de beleidsmakers van de centrale bank. De centrale bankiers verwachten dat de rente in de komende maanden verder zal worden verhoogd en volgend jaar september rond een niveau van 2,5 procent zal uitkomen.

Volgens de Riksbank zou het nog pijnlijker zijn voor de Zweedse economie als de inflatie op het huidige hoge niveau zou blijven. „Door de rente nu meer te verhogen, wordt het risico van de hoge inflatie op langere termijn verkleind en daarmee de noodzaak voor een nog grotere monetaire verkrapping in de toekomst”, aldus de beleidsmakers.

De Riksbank verlaagde ook de groeiprognoses en verwacht nu dat de Zweedse economie volgend jaar met 0,7 procent zal krimpen. Eerder werd voor 2023 nog gerekend op een groei van 0,7 procent. Voor dit jaar werd de groeiverwachting echter opgeschroefd tot 2,7 procent.

Centrale banken over de hele wereld verhogen de leenkosten in hun pogingen om de op hol geslagen consumentenprijzen te temmen. Ze lopen daarmee wel het risico een recessie te veroorzaken als de hogere financieringskosten de economische activiteit afremmen. Later deze week zullen onder meer ook de Amerikaanse centrale bank en de Bank of England hun rentetarieven verder gaan verhogen.