FDF vindt noodbevel ‘onnodige inperking burgerrechten’
Farmers Defence Force (FDF) is niet te spreken over het noodbevel dat in Den Haag van kracht is om boeren op trekkers te weren van Prinsjesdag. „Het noodbevel is zo langzamerhand het duizend-dingen-doekje van overheden om iedere vorm van democratisch protesteren af te ketsen en in te perken”, vindt woordvoerster Sieta van Keimpema van de actiegroep.
Burgemeester Jan van Zanen heeft duidelijk gemaakt dat protesteren mag, maar niet met groot materieel. Dat vindt hij niet verantwoord op een dag waarop veel publiek wordt verwacht. Wie op een tractor naar de hofstad komt, wordt dus teruggestuurd door de politie. Die heeft ook al een aantal landbouwvoertuigen in beslag genomen.
Van Keimpema noemt het verplaatsen van trekkerprotesten tot buiten de stadsgrenzen „een onnodige inperking van burgerrechten”. Ze vindt dat tractoren erbij horen op een boerenprotest. Beperkingen vindt ze „een kenmerk van dictatuur”. FDF is volgens de woordvoerster overigens als organisatie zelf „niet rechtstreeks” betrokken bij dit protest. „Natuurlijk doen er wel leden van ons mee”, voegt ze eraan toe.
De gemeente Den Haag legt uit dat het noodbevel tegen grote voertuigen is ingesteld wegens „ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde en veiligheid”. Het handhaven van de orde is de verantwoordelijkheid van de burgemeester.