Dat zei directeur John van Tilborg van netwerkorganisatie Inlia maandag desgevraagd. De crisisopvang in kerken in de provincies Groningen en Drenthe begon op 28 augustus, om te voorkomen dat asielzoekers bij het aanmeldcentrum in Ter Apel nog langer op straat moesten slapen. De bedoeling was aanvankelijk dat de kerken zouden bijspringen tot 10 september, als de noodopvang in Zoutkamp de deuren zou openen.

Inmiddels worden er 600 asielzoekers opgevangen in Zoutkamp, dat geldt als een voorportaal van het aanmeldcentrum in Ter Apel. Toch zitten er ook nog steeds asielzoekers in kerken en kerkelijke gebouwen, inmiddels ook buiten Groningen en Drenthe. „Maandag komen er weer zo’n veertig bij, verdeeld over Groningen en Den Haag. Dinsdag gaan er veertig naar Amersfoort. En nog tientallen kerken zijn de bedden aan het opmaken”, aldus Van Tilborg.

Het einde van deze crisisopvang is nog niet in zicht, aldus de Inlia-directeur. „De nood is hoog. Dat het nu leeg is voor de poort in Ter Apel komt doordat kerken nog steeds opvang bieden. Het is super belangrijk dat iedereen onderdak heeft.”

Wanneer lokale kerkelijke gemeenten om uiteenlopende redenen de tijdelijke opvang moeten beëindigen, worden de asielzoekers opgehaald en naar elders gebracht, aldus Van Tilborg. Hij is hierover voortdurend met diverse kerken verspreid over het land in gesprek. Kerken die „een poosje” kunnen meehelpen, roept hij op om zich te melden. „Met elkaar kunnen we een heleboel doen.”

Inlia heeft geen afspraken met het Rijk of het COA gemaakt over een maximumtermijn voor de opvang in kerken. „Per locatie wordt wel een einddatum afgesproken en daar houden we ons aan, want kerken hebben ook andere verplichtingen. Vrijdag is de opvang in twee kerken bijvoorbeeld gestopt, maar kwamen er weer andere kerken bij. Deze opvang kan natuurlijk geen oneindig verhaal worden. Dat is voor iedereen duidelijk, ook voor de staatssecretaris. Als kerken helpen we onder protest, totdat alle asielzoekers weer naar de normale, structurele opvang kunnen.”