Balenciaga werkte ook wel met kleuren, maar was net als veel andere Spanjaarden gehecht aan zwart, dat ze door de geschiedenis heen veel droegen. Zwart gaf hem bovendien rust bij het ontwerpen, want kleuren leidden hem dan niet af, vertelt conservator mode & kostuums Madelief Hohé. „Hij kon zijn aandacht dan helemaal aan de vorm geven. Zijn werken zijn bijna sculpturen. Ze staan hier ook als een soort beeldhouwwerken op zaal.” Al dat zwart maakt zijn ontwerpen niet saai, er zijn tal van tinten, stoffen en soms borduursels die ze tot een levendig geheel maakten.

Modetentoonstellingen doen het in Nederland vaak goed, getuige de toeloop naar onder meer de exposities van Thierry Mugler en Jean Paul Gaultier in Rotterdam en van Hubert de Givenchy en Coco Chanel eerder in het Kunstmuseum. Het Groninger Museum maakt zich op voor een tentoonstelling over Gianni Versace komende winter. Nederlanders zijn echt geïnteresseerd, aldus Hohé. Ook al zie je het niet echt terug in het straatbeeld, want „we willen ook op de fiets. Maar het is hier iets dat heel erg leeft, je kunt er ook bij dromen. En Nederland is toch echt een land van design en vormgeving. We zijn ook vooruitstrevend, kijk maar naar bijvoorbeeld onze sieraden.”

Balenciaga gold ook als zeer vooruitstrevend en origineel. Hij presteerde het onder meer een damesjas te maken die leek op een ton, maar die in allerlei afgeleide versies veel gedragen werd omdat vrouwen zich er volgens Hohé toch erg mooi in voelden. Ook ander werk van hem is vaak gekopieerd en veel confectie is ook van zijn ontwerpen afgeleid. Tijdens zijn leven werd er al zoveel van hem afgekeken, dat hij besloot zijn tweejaarlijkse show weken na de Parijse modeweek te geven, zodat de concurrentie in die periode niet al met zijn ideeën aan de haal ging, aldus Hohé.

Georgiër Demna Gvasalia is nu creatief directeur van het huis Balenciaga en laat volgens Hohé, met zijn gebruik van zwart en driedimensionale vormen, duidelijk zien dat hij schatplichtig is aan de oprichter ervan.