„Want de kinderen Israëls zullen vele dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst, en zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder efod en terafim.”

Van het leven van de profeet Hosea weten wij weinig meer te zeggen dan dat hij een profeet des Heeren en een tijdgenoot van Jesaja en Micha was, wat uit de eerste verzen van al deze drie profeten te zien is. Onze profeet was een zoon van Beëri. Maar uit welk geslacht of welke stam hij was voortgekomen, is ons onbekend. In zijn boek vind ik vele zaken zo hoog en diep dat mijn verstand er geenszins bij kan komen.

De kinderen Israëls, of de nakomelingen van Jakob, of het Joodse volk, zouden vele dagen of een zeer lange tijd blijven zitten zonder koning; en dus zouden zij geen vrij en onafhankelijk volk meer zijn dat door hun eigen koningen geregeerd werd, maar zij zouden verstrooid worden over de gehele wereld en zij zouden moeten buigen onder de macht van andere koningen. Zij zouden ook blijven zitten zonder vorst.

Vorsten zijn lagere overheden, zoals wij ook lezen van de koning van Juda en zijn vorsten (Jeremia 34:21). Het zijn dus zulken die wij in onze dagen prinsen, hertogen, graven, heren of staten zouden noemen. Nu, zij zouden in hun koninkrijk zo verdelgd en gesloopt worden. Zij zouden zodanig onder de macht van anderen raken en verstrooid worden, dat zij niet alleen geen eigen koning hadden, maar ook geen vorsten of lagere regeringen.

Wulfert Floor,
oefenaar in Driebergen

(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913).

Wulfert Floor (1818-1876) was landbouwer en oefenaar in Driebergen. Veel van zijn „eenvoudige oefeningen” (preken) zijn uitgegeven.