Ministerie praat vrijdag verder met organisaties over zorgakkoord
Het ministerie van Volksgezondheid (VWS) overlegt vrijdag verder met betrokken zorgorganisaties over het Integraal Zorgakkoord. In dat veelbesproken akkoord moeten afspraken worden gemaakt over de toekomst van de zorg, maar verschillende zorgclubs hebben aangegeven hun handtekening niet onder de overeenkomst te zetten.
Zo geeft de tekst van het akkoord „onvoldoende vertrouwen” dat zorgverzekeraars en de zorgautoriteit de gemaakte afspraken zullen nakomen, volgens de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). Brancheorganisatie voor de ouderen- en verpleegzorg ActiZ zegt het plan pas te kunnen steunen als ook in de zorgcontracten met verzekeraars voor volgend jaar al goede afspraken worden gemaakt over investeringen in de wijkverpleging.
De belangenorganisatie voor patiënten in de geestelijke gezondheidszorg MIND is eveneens tegen. MIND stelt bijvoorbeeld dat de vrije keuze voor een behandelaar wordt ingeperkt door de afspraken uit het zorgakkoord.
Desondanks is het volgens VWS na een „goed en constructief overleg” op dinsdag „duidelijk dat de inhoud van het akkoord door iedereen wordt ondersteund”. „Maar er zijn ook zorgen”, laat een woordvoerder van het departement weten. „Sommige partijen hebben op onderdelen meer zekerheid nodig over de uitvoering van de afspraken.”
De komende dagen wordt hier „gezamenlijk” verder aan gewerkt, zegt het ministerie. „Vrijdag komen we opnieuw bij elkaar.”
De LHV wilde tijdens het gesprek van dinsdag „allereerst een toelichting geven” op het besluit om het zorgakkoord nu niet te ondertekenen. „Wij vinden het belangrijk dat alle betrokken partijen doordrongen zijn van de urgentie daarvan. Over onze afwegingen en de randvoorwaarden hebben we dan ook lang met alle partijen gesproken”, aldus de huisartsen na afloop. Ze maakten eerder duidelijk meer garanties te willen over extra tijd die ze voor patiënten krijgen en over de vergoedingen voor zorg in de avonden, nachten en weekenden.