Nieuwe bestuurscultuur kabinet geldt nog niet voor Israëlische aangelegenheden
Het kabinet moet het onderzoeksrapport van Proximities over de banden tussen de Palestijnse ngo UAWC en de Palestijnse terreurorganisatie PFLP alsnog openbaar maken.
In het coalitieakkoord van de Nederlandse regering was onder meer opgenomen: „We vragen het kabinet voorstellen te doen om de informatievoorziening aan de Kamer te verbeteren en, indien nodig, de openbaarheid van stukken te verruimen.” Ook staat aangegeven dat de overheid rechtvaardig en betrouwbaar dient te zijn.
Helaas is dit niet gelukt in de houding van het Nederlandse kabinet jegens Israël. De Nederlandse regering bracht namelijk op 19 augustus een statement uit naar aanleiding van een actie van het Israëlische leger, gericht op zeven Palestijnse niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) die verdacht worden van terrorismefinanciering en samenwerking met de PFLP (Palestijnse terreurorganisatie). Het statement is samen met enkele andere Europese landen naar buiten gebracht. Benadrukt wordt dat deze landen erg ongerust zijn vanwege de invallen van het Israëlische leger. Nederland vindt namelijk dat Israël onvoldoende bewijs heeft laten zien voor banden van deze zeven ngo’s met de PFLP.
Extern onderzoek
Om te kunnen begrijpen waarom dit een zeer opmerkelijke reactie is, moeten we terug in de tijd. Allereerst naar 23 augustus 2019. Toen kwam de Israëlische Rina Schnerb om het leven bij een bomaanslag. De aanslag werd vermoedelijk uitgevoerd door de PFLP. In september 2019 zijn twee verdachten aangehouden. Die bleken ook werkzaam te zijn voor de UAWC, een Palestijnse ngo. Bovendien waren hun salarissen betaald met Nederlandse subsidiegelden.
Uiteindelijk leidde dit tot de belofte van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op 20 juli 2020, om een onafhankelijk, extern onderzoek te doen naar de banden tussen de UAWC en de PFLP in de jaren 2007-2020. Dit onderzoek is in 2021 uitgevoerd door het bedrijf Proximities Risk Consultancy. De opdracht hierbij was om alleen gebruik te maken van verifieerbare informatie en niet van vertrouwelijke informatie van inlichtingendiensten. Dit is belangrijk om te weten, want als aan Proximities toegang tot vertrouwelijke informatie was gegeven, was het überhaupt niet mogelijk geweest om het rapport openbaar te maken.
Het onderzoek werd afgerond in november 2021. Op 5 januari 2022 hebben twee ministers de Tweede Kamer geïnformeerd met een brief waarin de appreciatie (instemming) van het kabinet met betrekking tot het onderzoek was opgenomen.
In de kabinetsappreciatie was te lezen dat Proximities zelf een definitie heeft moeten geven van de PFLP, omdat er geen erkende internationale definitie van was. In deze definitie zijn ook enkele maatschappelijke organisaties opgenomen die volgens Proximities in het raamwerk van de PFLP vallen en bij de maatschappelijke tak van de PFLP horen.
Toch niet openbaar
Uiteindelijk besloot het kabinet tot stopzetting van de subsidie aan de UAWC, omdat er al geruime tijd sprake was van banden tussen medewerkers en bestuursleden van UAWC en PFLP. Het kabinet besloot echter vervolgens om het rapport van Proximities niet openbaar te maken: „Omdat openbaarmaking onevenredige schade zou kunnen toebrengen aan de organisaties die in het onderzoeksrapport tot de maatschappelijke tak van de PFLP worden gerekend, ziet het kabinet op basis van het ”do no harm”-principe geen mogelijkheid om het externe onderzoeksrapport openbaar te maken. Het kabinet deelt het rapport en het interne feitenrelaas om die reden vertrouwelijk met uw Kamer en is daarbij graag bereid om vertrouwelijk een technische briefing te verzorgen over het onderzoek.”
Het beginsel ”do no harm” is echter niet (internationaal) erkend, maar is een rechtsbeginsel dat ngo’s gebruiken bij besteding van hulpgelden in conflictgebieden. In het onderzoek van Proximities gaat het echter om financiering van ngo’s door de overheid met belastinggeld. Dan is transparantie juist belangrijk: we willen immers weten waar ons geld aan besteed wordt.
Het is zeer aannemelijk dat de organisaties die Proximities rekent tot de maatschappelijke tak van de PFLP precies de organisaties zijn waar het Israëlische leger in augustus 2022 invallen heeft gedaan, namelijk Addameer, Al-Haq, Defense for Children International-Palestine, Union of Palestinian Women committees, Health Work committees en als laatste UAWC. Het kabinet heeft dus zeer waarschijnlijk informatie waarin bevestigd wordt dat deze organisaties tot de PFLP horen, maar weigert die naar buiten te brengen. Dat is nog tot daaraan toe, maar het standpunt vindt zijn climax (of anticlimax) in het gezamenlijke statement van 19 augustus 2022. Onder andere Nederland beweert daarin dat er geen informatie is die de banden tussen de PFLP en de zeven ngo’s bevestigt. Die informatie is er dus wel, maar die heeft het kabinet vertrouwelijk gemaakt en niet gedeeld. Als dat geen oude bestuurscultuur is…
Het kabinet moet het rapport van Proximities dus alsnog openbaar maken. Dan is voor iedereen zichtbaar of we wel of niet per ongeluk de PFLP subsidiëren en zo verantwoordelijk zijn voor terroristische aanslagen.
De auteur is voorzitter van Nederlandse Juristen voor Israël (i.o.).