Ongekende olieramp dreigt voor kust Jemen
De roestende olietanker Safer voor de kust van Jemen kan elk moment exploderen. Een tikkende tijdbom. Nederland maakt zich sterk om een ongekende milieuramp met 150 miljoen liter olie af te wenden.
In de Rode Zee doet de FSO Safer –362 meter lang, 70 meter breed– al zeven jaar dienst als drijvend op- en overslagschip voor ruwe olie. Door de bloedige burgeroorlog in Jemen vindt geen onderhoud meer plaats aan de 45 jaar oude tanker.
De situatie is ernstig, waarschuwen de Verenigde Naties (VN). Een van de grootste milieurampen van deze eeuw kan zich „elk moment” voltrekken. De olietanker dreigt „een humanitaire en ecologische catastrofe” te veroorzaken met enorme economische schade voor de regio.
„De Safer blijft uiteenvallen en kan op elk moment breken of exploderen”, zegt Russell Geekie, woordvoerder van de VN-coördinator in Jemen. „Als we niet handelen, zal het schip breken en zal de ramp zich voltrekken”, aldus Geekie. „De vraag is niet of, maar wanneer.”
Omgebouwd
De FSO Safer is een enkelwandige tanker, gebouwd in 1988 in Japan. Twaalf jaar heeft het reusachtige vaartuig dienst gedaan als olietanker. Het Jemenitische staatsbedrijf Yemen Oil and Gas Corporation heeft de tanker omgebouwd tot drijvend olieopslagschip.
De Safer ligt voor anker bij Hodeidah, een van de vijf havens van Jemen. De drijvende olieopslag is door een 438 kilometer lange pijpleiding aangesloten op de olievelden van Marib in Jemen. Tot 2015 deed de Safer dienst als op- en overslag voor ruwe olie.
Aan het begin van de burgeroorlog in 2015 viel de Safer in handen van de Houthi-rebellen, die het noorden van Jemen in handen hebben. Regering en rebellen bevechten elkaar al jaren in het straatarme land. Door de burgeroorlog schiet onderhoud aan de olietanker erbij in.
De situatie van de Safer verslechtert. De afgelopen jaren heeft een klein onderhoudsteam verschillende kleine lekkages gedicht op het schip. In mei 2020 ging het bijna mis toen de machinekamer onder water kwam te staan door een lek in het koelsysteem.
De ontgassingsinstallaties op de olietanker werken inmiddels niet meer, waardoor giftige, ontvlambare stoffen niet kunnen worden afgevoerd. Ook het brandblussysteem functioneert niet meer. Het ontploffingsgevaar groeit daardoor gestaag.
Reddingsoperatie
De VN vragen al vier jaar lang wereldwijd aandacht voor de tikkende tijdbom bij Jemen. De organisatie dringt aan op het overpompen van de 150 miljoen liter olie aan boord en de berging van het schip. De reddingsoperatie wordt steeds urgenter.
De tijd dringt. In oktober begint het stormachtige seizoen in de Rode Zee weer. Vóór die tijd willen de VN de Safer in veiligheid brengen. Het Nederlandse bergingsbedrijf Smit Salvage is ingeschakeld voor de klus. De noodoperatie is niet ongevaarlijk.
Het exploderen of in tweeën breken van de Safer leidt naar schatting tot een catastrofe die vier keer zo groot is als de ramp met de Amerikaanse supertanker Exxon Valdez voor de kust van Alaska in maart 1989. Die tanker verloor destijds 37.000 ton olie, die 2100 kilometer aan kustlijn vervuilde, waarvan 320 kilometer matig tot zwaar.
Ecologische ramp
Zeker 30 miljoen mensen uit landen rond de Rode Zee krijgen direct te maken met de gevolgen van een eventuele olieramp met de Safer, schatten de VN. Niet alleen de 1,6 miljoen Jemenieten, maar ook inwoners van Saoedi-Arabië, Eritrea, Soedan, Djibouti en Somalië.
Voor ruim 200.000 vissers uit Jemen valt bij een ecologische ramp hun voornaamste bron van levensonderhoud weg, stellen de VN. Allerlei soorten vissen verdwijnen, maar ook zeedieren en koraalrif in het gebied zijn ten dode opgeschreven.
Bovendien dreigt een ernstige verstoring van het internationale scheepvaartverkeer dat de olietanker passeert richting Suezkanaal. De zesdaagse stremming door het vastlopen van het containerschip Ever Given in maart vorig jaar geeft aan hoe ernstig die verstoring kan zijn. De problemen leidden tot een schadepost van honderden miljoenen euro’s.
Schouders eronder
Nederland zet z’n schouders onder de aanpak van een bergingsoperatie. De Nederlandse ambassadeur Peter-Derrek Hof onderhandelt met de strijdende partijen in Jemen over een oplossing. Door de burgeroorlog werkt hij vanuit de Jordanese hoofdstad Amman. Hof reisde in maart naar de Jemenitische hoofdstad Sanaa om te praten met rebellen en regering. De diplomatie resulteerde in een overeenkomst tussen de VN en de Houthi-rebellen. Daarbij wordt de olie overgepompt en het drijvende brandstofstation vervangen door een nieuwere tanker. De rebellen beloven zich in te zetten voor een reddingsoperatie om een ramp te voorkomen.
Ambassadeur Hof toonde zich in maart optimistisch over de kans van slagen. „We hebben vooruitgang geboekt. Nu moeten we vervolgstappen zetten om met concrete actie het momentum gaande te houden”, tweette Hof vanuit Jemen. Vanuit de haven Ras Issa zag hij de FSO Safer op 8 kilometer afstand liggen. Ambassadeur Hof wil op dit moment niet ingaan op de huidige situatie rond het schip.
Succes bij de reddingsoperatie is niet gegarandeerd. Rebellen en regering in Jemen reageren vaak grillig en onvoorspelbaar. Niet zeker is dat beide partijen woord houden. Houthi-leider Mohammed Ali al-Houthi liet vorig jaar nog verongelijkt via Twitter weten dat het Westen „het leven van een garnaal belangrijker lijkt te vinden dan het leven van een Jemeniet.”
Bovendien zijn twee noodoperaties in 2019 en 2021 op het allerlaatste moment gestrand door politiek gehakketak van de strijdende partijen. Critici vrezen dat de rebellen garen spinnen bij de overeenkomst. Zij krijgen immers een nieuwe, tweedehands tanker.
Geldgebrek
Het grootste probleem op dit moment is geldgebrek. De benodigde financiën ontbreken om de Jemenitische olietanker aan te pakken. De VN en Nederland organiseerden in mei een –digitale– donorconferentie om wereldwijd geld in te zamelen.
Er zou in totaal ruim 135 miljoen euro nodig zijn, waarvan zo’n 75 miljoen voor het bergen van de olie aan boord van de FSO Safer. Nederland trekt 7,5 miljoen euro uit om de roestende olietanker in veiligheid te brengen. Volgens de laatste berichten zou op dit moment nog pakweg 14 miljoen euro ontbreken, terwijl 66 miljoen euro is ontvangen voor de eerste fase van de reddingsoperatie.
Kapitalen
Het bergen van de tanker kost kapitalen. Het opruimen van de olievervuiling bij een eventuele milieuramp is echter vele malen duurder. Minister Wopke Hoekstra van Buitenlandse Zaken schat de kosten op pakweg 20 miljard euro. De VN houden rekening met zo’n 26 miljard.
De tijd dringt. De tijdbom tikt.