China: samenwerking met VN in gevaar na Xinjiang-rapport
De samenwerking van China met het mensenrechtenkantoor van de Verenigde Naties is „in gevaar” door de recente publicatie van een rapport over ernstige misstanden in de regio Xinjiang. China is erdoor gekwetst, zei de Chinese ambassadeur in Genève. „We kunnen niet samenwerken alsof er niets is gebeurd”, waarschuwde hij.
Beijing reageerde eerder al negatief op het langverwachte rapport dat voormalig VN-mensenrechtenchef Michelle Bachelet eind augustus op de laatste dag van haar ambtstermijn vrijgaf. Een van de conclusies is dat in de westelijke regio sprake is van ernstige mensenrechtenschendingen en mogelijk zelfs misdaden tegen de menselijkheid.
Het „uiterst problematische” Chinese beleid om terrorisme tegen te gaan in de overwegend door islamitische Oeigoeren bewoonde regio heeft geleid tot stelselmatige „ernstige en onnodige beperkingen van een breed scala aan mensenrechten”, staat in het rapport. Met name Oeigoeren en andere islamitische gemeenschappen in Xinjiang zijn daar het slachtoffer van.
China beschuldigde de VN-afdeling er na de publicatie van een „handlanger van de VS en het Westen” te zijn. Het rapport zou politiek zijn gemotiveerd.
Ambassadeur Chen Xu merkte op dat zijn land overeenstemming had bereikt over allerlei soorten samenwerking met het mensenrechtenbureau van de VN. Volgens hem heeft het kantoor de deur dichtgegooid door het rapport vrij te geven en komt daarmee „alles in gevaar”.
Hij benadrukte dat Beijing een groot voorstander blijft van de VN als geheel. Ook staat China open voor samenwerking met Bachelets opvolger, de Oostenrijker Volker Turk. De ambassadeur sprak de hoop uit dat de nieuwe mensenrechtencommissaris objectief en onpartijdig te werk gaat.