Beleggingsfondsen floppen door emotie
Dat een particuliere belegger wordt gedreven door angst en hebzucht is bekend. Professionele fondsaanbieders kunnen zich echter ook niet onttrekken aan emoties, alle modellen en analyses ten spijt. Door verkeerde aan- en verkoopmomenten lopen ook zij koerswinsten mis.
Beleggers maken dezer dagen de balans op. De graadmeter van de beurs in Amsterdam kwam in 2004 nauwelijks van z’n plek. De herinnering aan de hausse van eind jaren negentig vervaagt snel.
Veel beleggingsfondsen stammen uit die glorietijd. Een fonds bestaat uit een ’mandje’ met verschillende aandelen waardoor het risico van koersschommelingen wordt gespreid. De producten dragen dikwijls de meest exotische namen. Van ”emerging markets” tot ”Asian tigers”. Veel beleggers zien echter door de bomen het bos niet meer. Nu de beurskoersen enkel zijwaarts bewegen, saneren aanbieders veel van deze producten.
Nederlandse fondsen bestaan al veel langer. Het Rotterdams Beleggingsconsortium -nu bekend als Robeco- stamt uit 1929. Jarenlang beheerste dit fonds een groot deel van de markt. In de jaren zeventig bezaten de Robeco-fondsen zelfs een marktaandeel van 80 procent.
„Een groot voordeel van Robeco was de coöperatieve gedachte: winsten gingen naar de deelnemers. Banken verwezen klanten die wilden meedoen aan een beleggingsfonds meestal door naar Robeco. Door de lage kosten die Robeco in rekening bracht, was het voor de banken niet winstgevend om met eigen beleggingsfondsen te komen. Een groot marktaandeel lag dus voor de hand”, aldus Brigitte Slot. Zij promoveerde onlangs aan de TU Delft op de historie van beleggingsfondsen. De resultaten van haar onderzoek liggen onder de titel ”Iedereen kapitalist” bij de boekhandel. Slot werkt bij het ministerie van Financiën.
Volgens Slot hebben beleggingsfondsen bijgedragen aan de emancipatie van de middenklasse. „Door de fondsen kon ook de gewone man met een relatief klein bedrag beleggen. Aandelenbezit was niet meer aan kapitalisten voorbehouden.”
Nieuwe fondsen springen in op hypes. Zo passen de internetfondsen van de jaren negentig in de rij van spoorwegfondsen uit de negentiende eeuw, goudfondsen uit de jaren dertig en energiefondsen uit de jaren zestig.
Toch blijkt uit het onderzoek van Slot dat al deze gespecialiseerde producten weinig succesvol zijn. „Als een sector in de mode is, komen banken en andere vermogenbeheerders met een fonds dat hierop inspeelt. Dan is het eigenlijk al te laat. De grootste koersstijgingen behoren dan al weer tot het verleden. Verder floppen sectorfondsen door de beperkte spreiding van aandelen. Het specialistische karakter maakt een sectorfonds bovendien duur. Vroeger hanteerde de financiële wereld de vuistregel dat een fonds ten minste 100 miljoen gulden groot moest zijn. Dat bedrag ligt nu weliswaar iets lager, maar klein blijft onrendabel.”
Beleggers trekken weinig lering uit de geschiedenis, zo blijkt. „Gezond verstand geeft lang de doorslag, totdat enthousiasme een eigen leven gaat leiden. Dan neemt de overdrijving toe. Zo dachten velen in de jaren negentig dat ict zorgde voor een nieuwe economie, waarbij koersen konden blijven stijgen.”
Fondsbeheerders kunnen zich niet onttrekken aan emotie. „Ze hebben meer ervaring en technische hulpmiddelen om zich ertegen te wapenen. Uiteindelijk blijkt het toch heel moeilijk om je volledig aan de heersende hypes te onttrekken. Emotie verslaat modellen.”
Media versterken dit effect, aldus Slot. „In de jaren negentig bracht de Amerikaanse televisiezender CNN de beursvloer in de woonkamer. Het journaal maakte van de beurs ook een vast nieuwsonderdeel. Er ontstond een spiraal naar boven. Toen de zeepbel knapte, gingen de koersen met dezelfde vaart naar beneden.”
Zowel particulieren als fondsbeheerders kopen aandelen dus op het verkeerde moment. Wie strijken dan wel de koerswinsten op? „Anticyclische beleggers behalen grote winsten, maar ook zij nemen niet altijd de juiste beslissingen.”
Ondanks alle recente malaise neemt het aantal beleggers volgens Slot niet af. „Ongeveer 25 procent van de huishoudens belegt nu in fondsen of individuele aandelen. Dit percentage zal gestaag blijven toenemen. Beleggen is inmiddels onderdeel van de samenleving. Alleen als de neergang tien jaar aanhoudt of bij extreme gebeurtenissen als oorlogen of aanslagen zullen Nederlanders uitstappen.”
Slot -die zelf niet actief belegt- voorspelt dat fondsen altijd blijven bestaan. „Ze zijn, anders dan bijvoorbeeld auto’s, niet aan slijtage onderhevig. Veranderingen gaan daarom langzaam. Op dit moment winnen varianten met opties en futures terrein.”
De onderzoekster durft geen voorspelling te doen over de koersen in het nieuwe jaar. „Het beursklimaat is best eng. Strikt genomen mag je na drie jaren van daling weer een stijging verwachten. Vanuit de geschiedenis is een herhaling van de jaren negentig voorlopig niet te verwachten. Zo’n hausse maak je slechts twee keer in je leven mee.”